老子 Laozi - Schrift van de Dao en innerlijke kracht

老子 Laozi - Schrift van de Dao en innerlijke kracht

Lǎozi [Laotzu]

auteur / toegeschreven aan: Lao Zi

werk in ontwikkeling

1. Inleiding

Gedurende de regeerperiode van keizer Jing of Han (157-141 v.Chr) kreeg de Laozi een canonieke status en kreeg het de naam Daodejing. Onder die naam is de tekst vooral in het Westen bekend. In China is de term Laozi meer gangbaar gebleven. Ik volg Kristofer Schipper die de voorkeur aan Laozi geeft.

De Laozi is misschien wel de belangrijkste en meest gerespecteerde tekst in de hele daoïstische traditie. Als een van de vroegste teksten van het klassieke daoïsme, kan het op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Ten eerste, en de belangrijkste, die van een handleiding voor zelfontplooiing en mystieke realisatie. Ten tweede wordt de Laozi ook gezien als een handleiding voor vorsten, waarbij we ons moeten realiseren dat de vorsten uit de tijd van de totstandkoming van de Laozi ook een soort hogepriester waren en zorg droegen voor de verbinding tussen hemel en aarde. Daarom moesten zij zelf ook in hoge mate aan zelfcultivatie doen.

De overgeleverde versies van de Laozi bevatten tekstfragmenten die teruggaan tot tenminste de vierde eeuw v.Chr.

1.1. Lao Zi

De Laozi wordt traditioneel geassocieerd met – hoe kan het ook anders – Lao Zi.
In de Shiji van Sima Qian (145-86 v.Chr) treffen we de eerste biografie aan van Lao Zi (ook Lao Dan, Li Er). Deze biografie kunnen we echter niet zien als oorspronkelijke historische bron maar als een verzameling van allerlei elementen die teruggaan op overleveringen van mythologische aard. Vaak transformeren historische gebeurtenissen in een mythe. Hier is het omgekeerde aan de hand: hier is de mythe geschiedenis geworden, een fenomeen dat we vaker in Chinese geschriften aantreffen. Op zich maakt dat niet zoveel uit. Mythen en legenden zijn ook historische fenomenen en betekenisvol. Ze zijn een belangrijk deel van de menselijke beschaving. (Schipper 2010 p208-209). Hoe dan ook Lao Zi was en is een cultureel fenomeen.

Het wellicht enige historische feit is dat Lao Zi - als hij al bestaan heeft - een tijdgenoot was van Kong Zi (Confucius) en archivaris van Zhou. Op zich doet dit feit er niet zoveel toe, als (mythische) figuur is hij springlevend. In de nog te verschijnen pagina Lao Zi ga ik verder in op de historische, mythische en vergoddelijkte Lao-Zi.

De koppeling tussen Lao Zi als persoon en het boek Laozi is in de loop van de vroege Han dynastie ontstaan. Voor die tijd was er geen behoefte om teksten van een (auteurs)naam te voorzien.

2. De tekst

Wat de tekst zelf betreft, uit recent filologisch en archeologisch onderzoek blijkt dat de Laozi een bloemlezing is met een verscheidenheid aan tekstuele en historische lagen van tenminste de vierde tot de de tweede eeuw v.Chr.

Louis Komjathy. Hij onderscheidt vijf fasen in de ontwikkeling van de Laozi:

(1) Mondelinge tradities, inclusief makkelijk te onthouden aforismen en spreekwoorden (ca. 5e-4e eeuw voor Christus)
(2) Verzamelingen van uitspraken (ca. 4e eeuw voor Christus)
(3) Vroege bloemlezingen (ca. 300 voor Christus)
(4) Gecodificeerde, geclassificeerde en bewerkte bloemlezingen (ca. 200 voor Christus); toekenning van de canonieke status onder de naam Daodejing.
(5) Volledig geïntegreerde en gestandaardiseerde edities (ca. 2e-3e eeuw na Christus); 1.

De primaire laag bevat waarschijnlijk aforismen die gemakkelijk konden worden onthouden. Vaak waren het rijmende groeperingen, die op poëzie lijken. Ze dateren van rond de vijfde tot vierde eeuw v.Chr. Vervolgens werden deze verzameld in verschillende collecties en bloemlezingen. Die werden steeds verder geïntegreerd in gecodificeerde, geclassificeerde en bewerkte bloemlezingen. Die kregen vervolgens een canonieke status: de Dao De Jing. Er is niet één enkele auteur. De uiteindelijke tekst is gebaseerd op uitspraken van anonieme Daoïstische oude meesters van verschillende pluimage.

De redactiegeschiedenis van de ontvangen tekst is dus behoorlijk complex. We kunnen een vergelijking maken met het boek de Zhuangzi dat ook uit verschillenden tekstlagen is opgebouwd en verschillende 'lineages' van 'auteurs' kent.1a.

Victor Mair stelt dat hij in zijn vertaling recht probeert te doen aan de verschillende stemmen die we uit het verleden horen spreken: de Daoïstische mysticus, de politieke strateeg, de utopische architect, de anti-Confuciaanse filosoof, de helderziende dichter en de meditatieve yogi. "Als de lezer in staat is om met enige mate van getrouwheid meer dan een van de klanken in dit prikkelende concertstück te horen, zullen mijn inspanningen ruimschoots beloond zijn", aldus Mair (Victor Mair 1990 pag. xv).

Ronnie Littlejohn vat het als volgt samen: "Wat we nu weten is dat het voor tekstcritici duidelijk is dat het werk uit een verzameling kleinere passages bestaat die in secties zijn opgedeeld en die niet het werk van één enkele hand zijn. De meeste hiervan circuleerden waarschijnlijk mondeling, misschien als afzonderlijke leringen of in kleine verzamelingen. Later werden ze verzameld en gerangschikt door een redacteur". (Online IEP).

En met deze bloemlezing kun je veel kanten uit.

2.1 Open interpretaties

Isabelle Robinet schrijft: In de Chinese traditie wordt de Laozi beschouwd als een politiek, literair, filosofisch en religieus document. De kortheid, beknoptheid en rijmende zinnen hebben het gebruik ervan als heilige en liturgische tekst door bepaalde taoïstische groepen vergemakkelijkt. De rijke onderwerpen voor meditatie hebben tot filosofische en metafysische reflecties geleid. De obscure uitdrukkingen ervan hebben de daoïsten bovendien volop gelegenheid gegeven om hun streven naar een lang leven en onsterfelijkheid te illustreren.
De tekst wordt door alle groeperingen in de Chinese traditie geciteerd – zowel door confucianisten, boeddhisten als daoïsten – en is ongetwijfeld een van de grote klassiekers van het oude China (Robinet in Kohn en Lafargue 1998 p 119)

Er is iets hypnotiserend aan de Laozi, schrijft Misha Tadd. De bondigheid en ambivalentie van deze tekst boeien en inspireren de lezers eindeloos om persoonlijke en praktische wijsheid in deze tekst te vinden. Met een mix van mysterie en eenvoud biedt het een canvas voor een open interpretatie. Dit heeft eraan bijgedragen dat de daoïstische klassieker steeds opnieuw wordt vertaald. Het enorme aantal vertalingen onthult het belang van de creatieve en interpretatieve rol van de vertaler. De vertalers maken steeds opnieuw keuzes bij het vertalen. Zij voorzien de vage en dubbelzinnige tekst met hun eigen specifieke visie, en zo komen er elk jaar nieuwe perspectieven (vertalingen) in de boekhandels terecht.

Dezelfde impuls die mensen er nu toe aanzet dit werk voortdurend opnieuw te vertalen, gold ook voor de oude Chinezen die de Laozi bestudeerden. Bij hen kwam de ‘vertaling’ in de vorm van commentaren. Hierbij werd commentaar geleverd op regelniveau en waar nodig werden archaïsche woorden uit de brontekst ‘herschreven’ naar meer hedendaagse voorbeelden. Kortom ze namen dezelfde vrijheid bij redactionele beslissingen als de moderne niet-Chinese vertaler. (Misha Tadd 2013 p 1) 2.

2.2 Stijl en retorica

"De Laozi is ongetwijfeld een van de vreemdste teksten die ooit zijn geproduceerd, zowel in de klassieke als in de moderne tijd", aldus Lee Dian Rainey in haar boek Decoding Dao uit 2014. Ze voldoet op geen enkele wijze aan de moderne standaarden die wij als lezer gewend zijn. De tekst heeft geen begin en geen conclusie, het heeft geen plot en ontwikkelt geen argument. Er zijn geen aanduidingen die een tijd of plaats aangeven. Er staat niets in de tekst dat iets zegt over de historische periode waarin het bestaat. Er is slechts één korte verwijzing naar de Chinese politieke hiërarchie, maar verder is er geen verwijzing naar China (hst 62). De tekst bevat geen dialogen (tussen meester en leerling, zoals gangbaar was in die tijd). Er komen überhaupt geen personen in voor behalve een ik-figuur.

Ook is het geen geopenbaard schrift of een compendium van rituele gezangen, noch is het een verslag van mythische tijden en goddelijke handelingen. Heel anders dan de meeste andere heilige teksten uit die tijd, bestaat het grotendeels uit verzen, vaak in regels van vier karakters, vaak rijmend, afgewisseld met enkele prozapassages.

De Laozi is kortom een genre op zichzelf.

De Laozi is geschreven in een nogal strakke en bondige taal, waarbij vaak gebruik gemaakt wordt van korte en krachtige aforismen om een punt duidelijk te maken.

Wat regelmatig terugkomt is de herhaling, die in verschillende vormen voorkomt: kettingherhaling die hetzelfde woord gebruikt aan het einde van de ene regel en het begin van de volgende (hoofdstuk 59) en regelherhaling waarbij hetzelfde woord op dezelfde positie in elke regel wordt herhaald (hoofdstuk 19).
We zien levendige rijmpjes, waardoor de woorden een sterk ritme en een duidelijke dynamiek krijgen. Er zijn eenvoudige en meer complexe parallellismen zoals de “Interlocking Parallel Style” (IPS). Wang Bi heeft deze stijl overgenomen in zijn commentaar bij de Laozi om daarmee zijn geleerdheid te tonen. In de notitie Laozi: de stijlfiguur parallellisme ga ik hier dieper op in.
(Bronnen Kohn 2019 p26-28 en Lee Dian Rainey 2014 p34-35).

2.3. Thema's

De sprekers in de tekst zijn anoniem en het is aan de lezer om de rode draad te vinden tussen de korte uitspraken waarin weinig maar moeilijke woorden worden gebruikt. Er lijkt een gebrek aan samenhang te bestaan ook al zien we dat een aantal hoofdstukken gegroepeerd zijn rond centrale thema's. (Kohn 2019 p26-28). Vertalers proberen de lezer ter wille te zijn.
Michael LaFargue bijvoorbeeld neemt de vrijheid om de volgorde van de verzen te veranderen om zo meer thematische samenhang te creëren.
Louis Komjathy presenteert wat hij noemt een aantal 'leitmotieven', rode draden die hij door de tekst heen ontwaart.
Roger Ames en David Hall werken in hun vertalingen van klassieke teksten met verklarende woordenlijsten.
Om het niveau van de verzen zelf geven veel vertalers een commentaar. Kristofer Schipper geeft dat ook typografisch vorm: de rechterbladzijde het vers en op de linker het commentaar.

2.3.1 De hergroepering van verzen door Michael LaFargue

2.3.1 De hergroepering van verzen bij Michael LaFargue

Michael LaFargue stelt in zijn The Tao of the Tao Te Ching uit 1992 dat de Laozi een bloemlezing is van ooit onafhankelijke tekstfragmenten/gezegdes. Veel hoofdstukken van de Laozi zijn een collage van die fragmenten al dan niet aangevuld met kort commentaar. Hij voelt zich dan ook vrij om deze hoofdstukken te hergroeperen. Die gaan van het persoonlijke naar het politieke. Hij komt tot de volgende zeven thema’s:

1. Excellence That Is Not Outstanding [bescheidenheid] (17 hst)
2. Stillness and Contentment [stilte en tevredenheid] (6 hst)
3. Self-Cultivation [innerlijke cultivatie] (16 hst)
4. Knowledge, Learning, and Teaching [kennis, leren en lesgeven/overdracht] (10 hst)
5. Majesty That Is Not Awesome [gezag zonder bedreiging] (16 hst)
6. The Soft Way [de zachte weg] (10 hst)
7. Against Disquieting "Improvements" [tegen verbeteringen die onrust veroorzaken] (6 hst) 3

De thema's 1 en 2 hebben betrekking op twee centrale facetten van de Laoïstische idealen: de cultivering van een in die tijd onconventioneel soort goedheid (thema 1) en de cultivering van wat we misschien ‘mentale en/of fysieke gezondheid’ kunnen noemen (thema 2).4
Thema 3 houdt zich directer bezig met de beoefening van zelfontplooiing en de gecultiveerde mentale kwaliteiten.
Thema 4 gaat over de verhoudingen tussen leraar en leerling in de Laoïstische school en het soort begrip van de werkelijkheid dat daar wordt onderwezen.
De thema's 5-7 gaan over regeren. De hoofdstukken in thema 5 brengen de belangrijkste Laoïstische idealen tot uitdrukking als het gaat om de heerser-bestuurder. De hoofdstukken in thema 6 gaan meer in het bijzonder over de 'zachte' stijl van regeren die Laoïsten bepleiten en de hoofdstukken in thema 7 geven uitdrukking aan Laoïstische idealen die zijn ontwikkeld in tegenstelling tot de sociale 'verbeteringsprogramma's' van de heersers uit de tijd van de opstellers van de Laozi (Lafargue 1991 p199).

2.3.2. De rode draden van Louis Komjathy

2.3.2. De rode draden van Louis Komjathy

Komjathy onderscheidt een aantal terugkerende leitmotieven, waarvan sommige (bijvoorbeeld bestuur) in bepaalde hoofdstukken van de tekst zijn gegroepeerd. Enkele van de meest voorkomende en centrale thema's zijn de volgende:

無 wú - beyond/non-states [voorbij/niet-bewustzijnstoestanden]
嬰兒 ying'er - childhood / infancy [kindertijd]
道 dào - niet vertaald [dao]
德 dé - niet vertaald [innerlijke kracht/deugd]
治 zhì - governance/regulation [bestuur/regulering]
無為 wúwéi - non-action [niet-handelen]
行 xíng - practice/self-cultivation [praktijk/zelfcultivering]
聖人 shèngrén - sagehood [wijze]
樸 pǔ, 素 sù - simplicity [eenvoud]
靜 jìng – stillness [stilte]
自然) zìrán - suchness [vanzelf-zo]
水 shuĭ – water [water] 4a

Komjathy licht deze motieven in het kort toe (Komjathy 2023 p66-72). Ik geef een samenvatting.

無 wú - voorbij/niet-toestanden

無 wú wordt traditioneel geïnterpreteerd als een ontkenning en dus vertaalbaar als "zonder". Het wijst echter in de Laozi meestal aan iets voorbij de ontkenning. Als "voorbij" of "niet", verwijst het naar een toestand die afwezig of vrij is van de overeenkomstige eigenschap. Voorbeelden: wuming 無名 (“without name"; namelessness [zonder naam; naamloosheid], wuqing 無情 (without emotions; emotionlessness [zonder emoties; emotieloosheid].

嬰兒 ying'er - kindertijd

De term verwijst naar een energetische verbinding, vreugdevolle ontzag en woordloos bewustzijn. Het impliceert geen regressie in de zin van spiritueel omzeilen of infantilisering in de zin van overheersing.

道 dào

Dao verwijst naar het pad dat men bewandelt, en bij uitbreiding naar het Pad dat alle andere paden omvat. Dao vertegenwoordigt het heilige en ultieme belang voor daoïsten.
Vanuit het klassieke daoïstische perspectief heeft de dao vier primaire kenmerken: (1) Bron van alles (元/原), (2) Onbenoembaar mysterie (玄), (3) Alomtegenwoordige heilige aanwezigheid (靈/氣), en (4) Universum van het transformerend proces (化). Daarom wordt het ook aangeduid als 'Mystery One', 'Source', enzovoort.

德 dé - innerlijke kracht

Dé 德, hier vertaald als "innerlijke kracht" en "deugd," maar ook door anderen vertaald als "integriteit," "potentie," en "potentieel" is de Dao die zich manifesteert door middel van menselijke wezens. Het kan worden opgevat als een numineuze aanwezigheid en/of als belichaamde activiteit in de wereld. Vanuit dit perspectief zijn "moraliteit" en "ethiek" natuurlijke uitkomsten van daoïstische beoefening. Dit is deugdzaamheid voorbij "deugd".

治 zhì - bestuur/regulering

Dit woord kent verscheidene interpretaties en kan tegelijkertijd gelezen worden als "het besturen/ordenen van het land" (zhiguo 治國) en als "het reguleren van het zelf" (zhishen 治身). In het Heshang gong-commentaar wordt het begrip van guo - land / staat - uitgebreid naar psychologische en spirituele ‘condities’. Landsbestuur en zelfbestuur vallen samen. Men kan een "zelfcultiveringslens" gebruiken om te begrijpen dat de ogenschijnlijke politieke en militaire dimensies van de Laozi gaan over innerlijke praktijk, realisatie en transformatie. Deze laag van de Laozi wordt vaak niet herkend.

無為 wúwéi - niet-handelen

Niet-handelen (wuwei 無為) is een van de meest kenmerkende en invloedrijke daoïstische principes en praktijken in de Laozi. In conventionele termen wordt wuwei (verkeerd) begrepen als "niets doen", "met de stroom meegaan" (lees: het volgen van zijn eigen verlangens), of een soort laissez-faire ("alles mag"), gekenmerkt door ongeremde persoonlijke vervulling. Vanuit een daoïstisch perspectief is het een praktijk die onder anderen bestaat uit "eenvoudig verschijnen en eenvoud omarmen" en "minder egoïsme en verminderen van verlangens". Het komt voort uit apofatische meditatie, de praktijk van het legen en kalmeren van het hart-geest.

行 xíng - praktijk/zelfcultivering

Het is duidelijk dat de Laozi ook een tekst is over zelfcultivering, vooral als men het leest op een manier waarop men de stemmen hoort van de anonieme oude meesters van de innerlijke cultiveringslijnen. "Praktijk" of "zelfcultivering" is dus het thema dat alle andere thema's, principes en methoden in de tekst omvat.

聖人 shèngrén - wijze

Wijsheid verwijst naar het ideaal van het klassieke daoïsme. Wijze mensen zijn voorbeeldige personen van de daoïstische praktijk. Ze worden voorgesteld als de hoogste verwezenlijking van daoïstische training en worden beschouwd als belichamingen van de Dao. Poëtisch opgevat is een wijze een persoon die luistert naar de welluidende patronen van de kosmos. Een wijze is een oudere wiens spirituele inzicht door anderen wordt beluisterd. Enkele geassocieerde kenmerken zijn gegrondheid, diepte, menselijkheid, oprechtheid, regelgeving, bekwaamheid en tijdigheid, zorgvuldigheid, aarzeling, onberispelijkheid, ruimhartigheid, oprechtheid, grootsheid en eenheid.

De drie aanvullende belangrijke thema's van eenvoud (樸 pǔ), stilte (靜 jìng) en zodanigheid (自然) zìrán kunnen als onderling verbonden worden beschouwd.

樸 pǔ, 素 sù - eenvoud [simplicity]

Hierbij heeft "eenvoud" betrekking op de daoïstische technische termen sù 素 en pǔ 樸/札, waarbij de laatste ook wordt vertaald als "niet-uitgehouwen blok" en "ongesierde/eenvoudige eenvoud. Men zou pǔ in de Laozi kunnen verbinden met de bespreking van "nutteloze bomen" en de kritiek op "timmerlieden" in de Zhuangzi.(zie mijn notitie over het nut en het nutteloze). Eenvoud heeft betrekking op de innerlijke natuur en zodanigheid. Door eenvoud te verbinden met wuwei staat men ook andere wezens toe om te gedijen in hun eigen bestaan, om hun eigen leven te leven zonder belemmering, tegenstand of beperking.

靜 jìng – stilte [stillness]

Stilte, inclusief zoals het voorkomt in de uitdrukking qingjing 清靜 ("helderheid en stilte"), is wellicht de belangrijkste contemplatieve staat en eigenschap in de Laozi. Het is een toestand van leegte en zuiverheid, waarin men volledig is afgestemd op en opgenomen in de Dao. Vanuit een klassiek daoïstisch perspectief is iemands innerlijke aard-als-stilte een manifestatie van de Dao-als-Stilte. Stilte kan worden begrepen als contemplatieve en mystieke stilte.

自然) zìrán, vanzelf-zo [suchness]

Zowel eenvoud als stilte kunnen op hun beurt verbonden worden met zodanigheid, wat mijn vertaling is van ziran 自然. Letterlijk betekent ziran "zelf-zo" of "aldus-zo". Ziran is de staat of toestand die wordt gerealiseerd wanneer men terugkeert naar zijn innerlijke aard, die de Dao is. In klassiek daoïstische termen wordt dit "bereikt" door de beoefening van wuwei. Het beoefenen, de praktijk van wuwei leidt tot de staat van ziran, en de staat van ziran wordt uitgedrukt als wuwei.
Daoïsten in de dop, ouderen en wijzen proberen zich te modelleren naar de Dao, en "de Dao volgt zijn eigen zodanigheid" (dàofǎ zìrán 道法自然) (vers 25). Dit is een toestand waarin elk wezen deelneemt aan de grotere context en matrix van Zijn, een wederzijds resonant en heilzaam systeem van harmonieuze onderlinge relaties.

水 shuĭ – water

Water neemt in de Daodejing en de klassieke daoïstische tekstcorpus in het algemeen een belangrijke plaats. Het wordt geassocieerd met verlaging (xia 下), afwezigheid van strijd (wu zheng 無爭) (en stilte bij uitbreiding), evenals zachtheid en zwakheid (rouruo 柔弱). Als stroming heeft het ook betrekking op niet-handelen en zodanigheid. Als we kijken naar het bredere corpus van klassiek daoïsme wordt de Dao vaak geïdentificeerd als de "Oceaan". Door gebruik te maken van de vergelijking van mensen met vissen, denkt men ook aan het beroemde verhaal van de "Vreugde van Vissen" (yule 魚樂) in het invloedrijke hoofdstuk "秋水 Qiushui - Herfstvloed" van de Zhuangzi.

2.3.4. De verklarende woordenlijst van Roger Ames & David Hall

2.3.4. De verklarende woordenlijst van Roger Ames & David Hall

Roger Ames en David Hall voorzien hun filosofische vertaling van de Laozi van een verklarend woordenlijst met de belangrijkste filosofische begrippen/termen (glossery of key terms).

De gangbare vertalingen van deze filosofische termen houden vaak onvoldoende rekening het verschil tussen onze wereldbeschouwing en de wereldbeschouwing waarin deze vroege Chinese teksten zijn samengesteld en overgeleverd. Volgens Ames & Hall is het bewust of onbewust verplaatsen van een tekst uit zijn eigen historische en intellectuele context en het herplanten in een context met een duidelijk andere filosofische achtergrond een inbreuk op de tekst en is radicaal in die zin dat het de wortels ervan aantast.

Zij introduceren het begrip "linguïstische clustering" als een alternatieve strategie voor "letterlijke vertaling". Een woordenlijst met toelichtingen is daarbij behulpzaam. Dit stelt de lezer in staat een beter begrip van de tekst te krijgen. Zij onderscheiden de volgende sleutelwoorden:

道 dao
德 de
和 he – harmony [harmonie]
靜户 jing - equilibrium [evenwicht]
明 ming - acuity [scherpzinnigheid]
氣 qi
天 tian
萬物 wanwu - ten thousand things, myriad things [tienduizend dingen, ontelbare dingen]
無名 wuming - naming without fixed reference [benoemen zonder vaste verwijzing]
無事 wushi - to be non-interfering in going about your business [niet-inmenging in zaken doen]
無爲 wuwei - noncoercive action that is in accordance with the de of things [niet-dwingende actie die in overeenstemming is met de de van de dingen]
無 wuxin - unmediated thinking and feeling [onmiddellijk denken en voelen]
無欲 wuyu - objectless desire [begeerte zonder object]
無爭 wuzheng - striving without contentiousness [streven zonder strijdlust]
無知 wuzhi - unprincipled knowing [niet gestructureerd weten]
位 xi - heart and mind [hart en geest]
自 ziran - spontaneously so, literally "self-so-ing” or selfderiving [spontaan zo, vanzelf zo]

Zowel Komjathy als Ames & Hall wijzen op de vele '無 wu-vormen'. In een aparte notitie werk ik dat verder uit (in voorbereiding).

3. Manuscripten en commentaren

3.1 De manuscripten

- Guodian Laozi (ook de Bamboe Laozi genoemd): de drie manuscripten van de Guodian Laozi, opgegraven in 1993 uit een tombe die rond 280 voor Christus werd verzegeld. Deze documenten zijn geschreven op bamboestrookjes, die in drie afzonderlijke groepen voorkomen en standaard worden herkend als Guodian Laozi “A”, Guodian Laozi “B” en Guodian Laozi “C”, en ze bevatten ongeveer 40% van de standaard editie.

- Mawangdui Laozi: de twee manuscripten van de Mawangdui Laozi, opgegraven uit een tombe in 1973 die in 168 voor Christus werd verzegeld. Deze documenten zijn geschreven op zijde. Er zijn twee volledige edities bewaard gebleven genaamd Mawangdui Laozi “A”, gecomponeerd vóór 200 v.Chr., en Mawangdui Laozi “B”, gecomponeerd daarna maar vóór 180 v.Chr.

- De Beida-Laozi: de Beida Laozi-editie die in 2009 aan de Universiteit van Peking werd geschonken en die, omdat deze niet door archeologen is opgegraven, slechts grofweg kan worden gedateerd op ongeveer 100 v.Chr. Het is op bamboestrookjes geschreven.

- De Fu Yi Laozi of Guben Laozi (DZ 665): dit manuscript werd teruggevonden in een graf waarvan de vrouwelijke bewoner een gemalin was van Xiang Yu (overleden in 202 v.Chr.), en werd vervolgens bewerkt door Fu Yi in 574 n.Chr. Xiang Yu was de generaal die tegen Liu Bang vocht voordat deze de Han-dynastie stichtte. Tijdens de Song-dynastie redigeerde Fan Yingyuan dit manuscript.

3.2 De vroege Commentaren

- De 老子节解 Laozi Jie Jie. Dit commentaar uit de 2e eeuw n.Chr wordt toegeschreven aan Ge Xuan (en aan Jie Xie). Het commentaar is verloren gegaan maar er zijn voldoende fragmenten overgeleverd. Het commentaar interpreteert de Laozi geheel in termen van het lichaam.

- 道德指歸 Daode zhigui - The Essential Meaning of the Daode jing, ook wel de Yanzun 嚴尊-editie genoemd, geschreven aan het einde van de vroege Han. Alleen de sectie "De" (hst 38-81) en het commentaar zijn bewaard gebleven. De Yanzun is een Huang-Lao interpretatie van de Laozi. Yan Zun 嚴遵 leefde van ca 83 - ca 6 v. Chr.

- De Heshang Gong-editie: Volledige titel Laozi Heshang Gong zhangju 老子河上公章句, waarschijnlijk samengesteld in de eerste helft van de Oostelijke Han, waarvan zowel de tekst als het commentaar compleet zijn. Het commentaar richt zich op zowel het staatsbestuur als 'zelfbestuur', de zelf-cultivatie.

- De Xiang'er-editie: Volledige titel Laozi Xiang'er zhu 老子想爾注, waarschijnlijk gecomponeerd in de tweede helft van de Oostelijke Han en teruggevonden in Dunhuang in het begin van de twintigste eeuw, waarvan alleen de tekst en commentaar op de hoofdstukken 3–37 zijn overgeleverd. Het commentaar richt zich op de mystieke kant van de Laozi.

- 道德真經註 Daode zhenjing zhu - Commentaar op de Laozi, van Wang Bi (226-249 n.Chr). Zie ook Laozi weizhi lilüe - Enkele voorbeelden van Laozi's hermeneutiek. Vandaag de dag wordt de tekstversie die met het commentaar van Wang Bi is overgeleverd de standaardversie genoemd. Het commentaar richt zich o.a. op kosmologie (zijns-vraagstukken).

3.3 Commentaren vanaf de Tang-dynastie

Gedurende de Tang dynastie (618-907) verschenen een groot aantal Daodejing-commentaren. Midden 8e eeuw bestonden waren dat er al zo'n dertig. Een van deze commentaren is toegeschreven aan Keizer Xuanzong van de Tang (regeerde van 712-756). Dit commentaar is de
- 唐玄宗御註道德真經 Tang Xuanzong yuzhu Daode zhenjing - Imperial Commentary on the Daodejing by Tang Xuanzong (DZ 677)
Dit commentaar onderscheidt zich door een duidelijke neiging tot de mystiek. Hier vinden we het mystieke thema van totale vergeetachtigheid (jianwang), het afstand doen van alle materiële, intellectuele en sociale bezittingen, het afwijzen van verlangen en leren en zelfs van zuiverheid. (Isabelle Robinet in Schipper 2004 p 284-285 en 299). 5. Dit commentaar is de basis voor een bloemlezing uit de Daodejing van Jan de Meyer in zijn boek Daoisme, de mystieke traditie uit 2023., p33-47.

Verdere commentaren die van belang zijn [om nog uit te zoeken] 6
- 道德真經 廣聖義 Daode zhenjing guangshengyi - Expansive and Sagely Meaning of the Perfect Scripture on the Dao and Inner Power (DZ 725), van Du Guangting (850-933), een van de leiders van de Chongxuan school (Komjathy 2008 p26)
- 道德真經集義 Daode zhenjing jiyi - Collected Interpretations of the Perfect Scripture on the Dao and Inner Power, van Bai Yuchan (DZ 724) (Komjathy 2008 p27)
- 道德經序訣義疏 開題 Daode jing Xujue yishu kaiti - Expository Commentary to the Daode jing with a Preface and an Introduction, van Cheng Xuanying 成玄英 (601?-690, commentaar rond 637)

3.4 De Laozi in andere vroege werken

Naast de vroege op zichzelf staande Laozi-versies zijn grote delen van de tekst weergegeven in andere onafhankelijke werken:

- De Hanfeizi: de hoofdstukken 20 “Jie Lao”解老 en 21 “Yu Lao”喻老 van de Hanfeizi. Ondanks dat ze aan Hanfeizi worden toegeschreven, zijn de twee hoofdstukken door verschillende mensen geschreven en dateren ze uit de vroege Westelijke Han.
- De Heguanzi en Wenzi, waarvan grote delen dateren tot het einde van de Strijdende Staten
- De Huainanzi, hst 12 道應 Dàoyìng, uit 139 v.Chr.
- Een speciale plaats wordt ingenomen door de Zhuangzi. Kristofer Schipper beschouwt het werk "in veel opzichten als een eerste en vroegste commentaar op de Laozi" (Schipper 2010 p19). De Zhuangzi put voor een deel uit dezelfde bronnen als de auteurs van de Laozi en wellicht beschikten de auteurs van de Zhuangzi al over een vroege 'Laozi'-tekst. Het gaat me te ver om de Zhuangzi als een commentaar te zien. Daarvoor heeft het teveel eigen 'lijnen'.

4. Gebruikersgroepen

Thomas Michael stelt de vraag wie gebruikt en leest de Laozi en koppelt de manuscripten aan verschillende gemeenschappen van die tijd. Hij komt tot drie groepen die een gemeenschappelijk Daodejing-identiteit delen: Yangsheng, Huang-Lao en Tianshi.

- Yangsheng [voeden van het leven]: vertegenwoordigd door de Guodian- en Mawangdui-edities. Zij zijn gericht op cultivatie van het lichaam waardoor de transformatie van de wereld in een natuurlijke harmonie mogelijk wordt.

- Huang-Lao: vertegenwoordigd door de Mawangdui, Yan Zun en Heshang Gong-edities. De Dao kan gekend worden door zijn natuurlijke ordeningsprincipes. De wijze heerser moet de Dao implementeren in het politieke domein en realiseert daarmee politieke harmonie.

- de Tianshi vertegenwoordigd door de Xiang'er-editie. In de Tianshi-versie wordt Lord Lao 老君, die de vergoddelijkte vorm van Laozi zelf is, geïdentificeerd met de eeuwige Dao, die de gemeenschap zal redden van de branden die binnenkort de wereld zullen overspoelen. De Hemelse Meester is verantwoordelijk voor het begeleiden van de mensen naar dat doel.

Thomas Michael voegt er nog een vierde categorie aan toe, die van de Zhuangzi. Waar de Yangsheng zich vooral richt op lichamelijke cultivering (yangsheng daoisme) zou de Zhuangzi zich op de geestelijke cultivering richten. Michael noemt dat zuowang daoisme 7

Wang Bo signaleert twee benaderingen of paradigma's als het gaat om de interpretatie van de daodejing. Hij schrijft: We zouden misschien ook kunnen zeggen dat de inzichten en interpretaties van Lao Zi door de geleerden van de Han-dynastie over het algemeen onder twee verschillende paradigma’s vallen: een paradigma dat zich richt op politieke filosofie, vertegenwoordigd door Sima Tan, Ban Gu, Yan Zun en dergelijke; en een andere die zich richt op de kluizenaar en de zorg voor het leven, die zou kunnen worden vertegenwoordigd door Sima Qian en Zhang Lu (de commentator van de Xiang'er). (Wang Bo 2017 p118)

Livia Kohn onderscheidt drie grote groepen als het gaat om de bestudering van o.a. de Laozi:
- De 'literati', de welopgeleide elite
- Het georganiseerde daoïsme (verouderd: religieus daoïsme)
- Daoïsten gericht op zelf-cultivatie (yangsheng)
(Kohn 2019 The Daode Jing A Guide, p2-3))
Ieder van deze groepen maakt op eigen wijze gebruik van de Laozi en komt tot andere interpretaties van de tekst.

4.1 Misverstanden

Louis Komjathy heeft een cribsheet [spiekbriefje] opgesteld waarin hij de meest voorkomende misverstanden over de Laozi op een rij zet.

Lee Dian Rainey geeft haar studenten het volgende advies mee:

"Het vinden van een betrouwbare vertaling is erg belangrijk als we enige vooruitgang willen boeken met de tekst. Controleer voordat u een boek koopt de referenties van de vertaler. Deze moet Chinees kunnen lezen en opgeleid in de studie van het vroege China. Het boek moet gepubliceerd worden door een gerenommeerde uitgever en bij voorkeur een gedetailleerde inleiding hebben. Lees aandachtig de referenties en opleiding van de vertaler, en als dit niet duidelijk op de omslag staat, controleer dan de inleiding. Als u dingen tegenkomt zoals een "vertaler" die u vertelt dat hij geen Chinees kan lezen en zegt: 'de meest essentiële voorbereiding op mijn werk was een veertien jaar durende cursus zentraining...', dan kun je beter een straatje verder lopen.

Je moet zelfs nog voorzichtiger zijn met online vertalingen. Veel van de vertalers maken zich niet kenbaar en er wordt geen biografische informatie gegeven. Een aantal online vertalingen die ik heb gezien zijn gebaseerd op James Legge's vertaling van de Dao De Jing uit 1891, zojuist opgeknapt in modern Engels. Als een website u niet wil vertellen wie de vertaler is zoek dan een andere website". (Lee Dian Rainey 2014, Decoding Dao p42-43)

5. De Laozi in de praktijk

Het Xiang'er commentaar (zie hierboven) geeft negen praktijken of voorschriften (jiuxing 九行) Het zijn negen beschouwende benaderingen, toewijdingen, uitdrukkingen, richtlijnen, inzichten, principes, kwaliteiten en waarden uit de Laozi en bedoeld voor de religieuze gemeenschap uit die tijd (de beweging van de Hemelse Meesters).

Ik geef deze aanbevelingen graag mee, in de vertaling van Louis Komjathy:

1. Practice non-action (無為 wúwéi) 10
2. Practice softness and weakness (柔弱 róuruò)
3. Practice guarding the feminine (守雌 shǒucí) 13
4. Practice being nameless (無名 wúmíng) 14
5. Practice clarity and stillness (清靜 qīngjìng) 15
6. Practice being adept (諸善 zhūshàn)
7. Practice being desireless (無欲 wúyù) 17
8. Practice knowing how to stop and be content (知止足 zhī zhǐzú)
9. Practice yielding and withdrawing (推讓 tuīràng).
(Komjathy 2023 p472)

Stephen Bokenkamp vertaalt als volgt:

1. Practice lacking falseness.
2. Practice flexibility and weakness.
3. Practice maintaining the feminine. Do not initiate actions.
4. Practice lacking fame.
5. Practice clarity and stillness.
6. Practice good deeds.
7. Practice desirelessness.
8. Practice knowing how to cease with sufficiency.
9. Practice yielding to others.
(Bokenkamp 1997 p49)

Noten

1. Zie Komjathy 2023 en ook Komjathy 2008, p7, ook online).

Hij wijst ook op het boek van Michael LaFargue's The Tao of the Tao Te Ching (1992). Hij vindt dit de "The most successful attempt at providing a historically contextualized English translation of the Daode jing"

Komjathy zelf geeft de Laozi de volgende titel mee: Book of Venerable Masters - Boek van eerbiedwaardige meesters.

Het Engelse 'lineage' is niet eenvoudig te vertalen. Het gaat om hier overdracht van kennis, ervaringen, praktijken en teksten van generatie op generatie, zoals van meester op leerling of van vader op zoon.
2. Misha Tadd heeft het verbazingwekkende aantal van 2000 vertalingen in 94 talen geïdentificeerd. Tadd is een pleitbezorger van de Laoxue ofwel
Laozegetics [Laozegetica??]. De studie van Laoxue wil zeggen, de receptie en interpretatie van de Laozi in Chinese commentaren. Hij breidt deze, vooral Chinese tak van sport uit tot een mondiaal gebeuren en spreekt over Quanqiu Laoxue, of ‘Global Laozigetics’, een term die benadrukt dat de studie van de Laozi inherent mondiaal, transcultureel en interlinguïstisch is. Zijn onderzoek naar de Laozi bevestigt hoe de grote verscheidenheid aan interpretatieve benaderingen van de tekst – of het nu gaat om Chinese commentaren of vertalingen in vreemde talen – constitutief is voor de mondiale identiteit ervan.
A Study in Globalized Philosophy, Journal of the History of Ideas, Volume 83, Number 1, January 2022, pp. 87-109. Zie zijn artikel in Religions, What Is Global Laozegetics?: Origins, Contents, and Significance' (online

Komjathy is wat minder positief en heeft oog voor de uitwassen. Hij spreekt ietwat mistroostig over de Tao Te Ching Translation Industry (Komjathy 2022 p50)

3. De thema's bevatten de voglende hoofdstukken:
- 1. Excellence That Is Not Outstanding (17 hst): 24, 9, 67, 22, 45, 15, 8, 81, 79, 7, 38, 18, 20, 23, 11, 5, 28
- 2. Stillness and Contentment (6 hst): 13, 44, 46, 12, 50, 26
- 3. Self-Cultivation (16 hst): 33, 48, 59, 10, 16, 52, 56, 4, 6, 55, 40, 39, 42, 14, 21, 25
- 4. Knowledge, Learning, and Teaching (10 hst): 71, 47, 2, 1, 41, 70, 35, 43, 62, 27
- 5. Majesty That Is Not Awesome (16 hst): 53, 75, 77, 72, 17, 66, 61, 68, 73, 58, 49, 54, 29, 32, 34, 51
- 6. The Soft Way (10 hst): 74, 31, 69, 30, 60, 63, 64, 36, 76, 78
- 7. Against Disquieting "Improvements" (6 hst): 80, 57, 19, 3, 65, 37
4. De term Laoist is gemunt door A.C. Graham en is door LaFargue overgenomen. Graham gebruikt de term Laoist om de 'school' rondom de Laozi te onderscheiden van die van Zhuangzi. Argument hiervoor is dat deze 'scholen' apart worden genoemd in hoofdstuk 33 van de Zhuangzi. Pas later werden deze twee 'scholen' door Sima Tan (in hst 130 van de Shiji van Sima Qian) samengevat onder de noemer Daoïsten.
De rode draden komen in de volgende verzen/hoofdstukken voor
無 wú - beyond/non-states: hst. 1 , 3, 7, 8, 10, 19, 20, 22, 32, 34, 37, 38, 41, 48, 53 ,57, 64, 66, 68, 70, 73, 75, 81
childhood / infancy: hst. 10, 20, 28, 49, 52, 55.
道 dào - hst. 1, 4, 5, 14, 25, 32, 34, 37, 40, 42, 51, 52.
德 dé - hst. 10, 28, 38, 41, 49, 51, 54, 55, 59, 60, 65.
治 zhì - governance/regulation: hst. 3, 10, 30, 39, 46, 54, 55, 57, 58, 59, 60, 61, 64, 65, 80
無為 wúwéi - non-action: hst. 1, 3, 10, 37, 38, 48, 53, 57, 75
行 xíng - practice/self-cultivation: hst. 2, 3, 5, 8, 10, 14, 16, 19, 21, 22, 26, 28, 37, 39, 42, 45, 47, 52, 55, 57, 61, 70, 78.
聖人 shèngrén - sagehood: hst. 2, 3, 4, 5, 7, 8, 12, 15, 22, 26, 27, 28, 29, 41, 43, 47, 49, 56, 57, 58, 60, 63, 64, 66, 70, 71, 72, 73, 77, 78, 79, 81.
樸 pǔ, 素 sù - simplicity : hst. 3, 9, 12, 15, 19, 28, 29, 32, 37, 38, 44, 48, 57, 58, 59, 67, 70, 79, 80.
靜 jìng – stillness: hst. hst. 2, 5, 15, 16, 23, 25, 26, 37, 43, 45, 56, 57, 58, 61, 73, 81.
自然) zìrán - suchness: hst. 17, 23, 25, 28, 37, 51, 57, 64.
水 shuĭ – water: hst. 6, 8, 15, 20, 28, 32, 39, 41, 66.
5. Het commentaar is onmiskenbaar beïnvloed door de Chongxuan school - 'double mystery'. Chongxuanxue, the study of the double mystery, is essentially a way of interpreting the Laozi using the dialectical method that was introduced in China with Madhyamika Buddhism.

Zie over de Chongxuanxue:
- wikipedia: Chongxuan School
- Assandri, Friederike (2021). The Daodejing Commentary of Cheng Xuanying: Daoism, Buddhism and the Laozi on the Tang Dynasty. Oxford University Press.
- --- (2002). Die debatten zwischen daoisten und buddhisten in der frühen tang-zeit und die Chongxuan-lehre des Daoismus.
- Ozkan, Cuma (2013) A comparative analysis: Buddhist Madhyamaka and Daoist Chongxuan (twofold mystery) in the early Tang (618-720), masterscriptie online

6. Robinet geeft de volgende keuze van belangwekkende commentaren vanaf de 7e eeuw op de Laozi

7­-9th centuries
Cheng Xuanying [Ch'eng Hsuan­ying] fl. 650 DZ 711
Li Jung fl. 660 DZ 722
Emp. Hsuan­tsung r. 713­756 DZ 677,678,679
Li Yueh 8th c. DZ 692
Tu Kuang­t'ing 850­-933 DZ 725
Lu Xisheng [Lu Hsi­sheng] fl. 888-­904 DD 685

11th century
Ssu­ma Kuang 1019-­1086 DZ 689
Wang Anshi [Wang An­shih] 1021­-1086
Ch'en Ching­yüan 1025-­1094 DZ 714
Lü Hui­ch'ing 1031­-1100 DZ 686
Su Ch'e 1039­1112 DZ 691
Wang P'ang 1042­1076 DZ 706

12th century
Emp. Hui­tsung r. 1101­1126 DZ 680
Ch'en Hsiang­ku fl. 1101 DZ 683
Lu Chiu­yuan 1139­1192
Chao Shih­an fl. 1152 DZ 724
Shao Jo­yü fl. 1159 DZ 688

13th century
Pai Yü­ch'an fl. 1209­1224
P'eng Ssu fl. 1229­1251 DZ 708
Lin Hsi­yi ca. 1210­1273 DZ 701
Tu Tao­chien 1237­1318 DZ 702
Tung Ssu­ching fl. 1246­1260 DZ 705 (collection)
Wu Ch'eng 1247­1331 DZ 704
Yang Chih­jen fl. 1287 DZ 685
Teng Yi fl. 1298 DZ 687
Liu Wei¬yung fl. 1299 DZ 723
Chao Ping¬wen DZ 695
Chao Chih¬chien DZ 719
14th century
Emp. Tai¬tsu 1328-1298 DZ 676

Bron Robinet in Kohn en LaFargue 1998 p120-121

7. Voor de moderne tijd en het Westen kunnen we daar nog een vijfde groep aan toe voegen: die van de wijsheid- of levenskunstzoekers.
10. uit de verklarende woordenlijst van Komjathy (2023):
wuwei 無為:"non-action". Literally; “without doing, with wei 為 referring to "acting" or "doing”. Also translated as "non-doing” and understood as effortless activity non-interference, and non-intervention. Effortlessness. Beyond calculation, contrivance, deception, manipulation, and so forth. Appropriate responsiveness, without the moral judgment or deliberative process often assumed in the notion of "appropriateness". An existential principle, contemplative practice, and psychospiritual approach, specifically informed by and expressed as apophatic and quietistic meditation. Contentless, non-conceptual, and non-dualistic. Includes detachment and disengagement. Doing nothing extra. Only doing what is necessary to do something well. Ceasing to do everything that prevents one from being what one is. A method to return to innate nature (xlng,性), ones original and inherent connection to the Dao. Often misunderstood as 'doing nothing" or "going with the flow" (i.e., following ones own desires). Related to desirelessness" (wuyii 無欲), "noncontention" (wiizheng 無爭),"nonknowing" (wúizhī 無知),and "suchness” (zìrán 自然).
13. uit de verklarende woordenlijst van Komjathy (2023):
shouci 守雌: 'guarding the feminine" (v./n.). A classical Daoist technical term for apophatic and quietistic meditation. Cí, an only loosely gendered concept here, is associated with yin 陰, and specifically with a state of open receptivity and possibly with darkened perception and cognition.
14. uit de verklarende woordenlijst van Komjathy (2023):
wúmíng 無名: "namelessness". Literally "without name." Ming 名 refers to both actual linguistic expressions and fame or reputation, with ming designating an individual human beings given name bestowed by his or her parents, and familial and social identity by extension. Wuming thus relates to classical Daoist apophatic theology and the accompanying admonition for Daoist adepts to remain hidden and unknown. A contemplative and mystical state. May also be understood as getting rid of concern for social position and status in relating to others.
15. uit de verklarende woordenlijst van Komjathy (2023):
qīngjìng 清靜: Clarity and stillness". Also translated as "purity and tranquility." A key Daoist principle as well as a contemplative and mystical state. One of the major connective strands throughout the entire Daoist tradition.
17. uit de verklarende woordenlijst van Komjathy (2023):
wúyù 無欲:"desirelessness". Literally; "without desire." A contemplative and mystical state beyond separate personhood and egoistic concerns. Beyond acquisitive and exploitative modes. One of the qualities required for and manifesting union with the Dao. Desire, along with other cognitive and psychological states, is associated with the heart-mind (xin), which is considered the emotional, intellectual, and spiritual center of human personhood. Desirelessness, in turn, relates to other realized conditions such as "clarity and stillness" (qingjing 清靜).

Indeling tekst

De Laozi bestaat uit twee delen (pian): 道 dao (weg) en 德 de (kracht). Deze delen zijn onderverdeeld in 81 hoofdstukken (zhang). Sommige vertalers spreken van 2 hoofdstukken met 81 verzen.
De verzen hebben oorspronkelijk geen titel maar in sommige commentaren zijn titels toegevoegd, zoals in de latere edities van het Heshang Gong commentaar.
Kristofer Schipper heeft in zijn Nederlandse vertaling titels, of zo je wilt motto's, toegevoegd. Ik geef deze hieronder weer.

I De Tao
01. De poort
02. Natuurlijk evenwicht
03. Het goede beleid
04. Bodemloze diepte
05. Wind
06. De godin
07. Onbaatzuchtigheid
08. Water
09. Veranderen
10. Het ene bewaren
11. Het nut van het lege
12. Rust van binnen
13. Het hoogste goed
14. De leidrad van de Tao
15. De Taoïsten
16. Het onveranderlijke
17. De allerhoogste
18. Het verderf
19. Bewaar je natuurlijkheid
20. Het waarachtige zelf
21. De schepping
22. Heel blijven
23. Niet blijven vastzitten
24. Gewoon doen
25. De grootheid van de Tao
26. Wat het zwaarst is
27. Een essentiële aanwijzing
28. De bron van de innerlijke kracht
29. Bewaar de eenvoud
30. Geweldloosheid
31. Leg de wapens neer
32. Naamloos
33. Ken jezelf
34. De alomtegenwoordigheid
35. De grote vrede
36. Strategie
37. De juiste ontwikkeling

II De innerlijke kracht
38. De innerlijke kracht
39. Het Ene
40. Regressie
41. Lachen om de Tao
42. Het principe
43. Het zachte overwint
44. Gezondheid
45. Het meest volmaakte
46. Wees tevreden
47. het vasten van het hart
48. Wie over de Tao hoort
49. De glimlach
50. De greep op het leven bewaren
51. Kracht maar geen heerschappij
52. Terug naar de moeder
53. Tao en diefstal
54. Zelfcultivering
55. De pasgeborene
56. Het hoogste
57. De vrije loop laten
58. Suf en duf is beter
59. Het voeden van het leven
60. Kleine visjes bakken
61. Internationale samenwerking
62. Verering van de Tao
63. Voor het te laat is
64. Wees voorzichtig
65. De paradox
66. De grote rivieren
67. Drie schatten
68. Metgezel zijn van de hemel
69. Wie verliest, wint
70. Woorden
71. Weet wat je niet weet
72. Drie benaderingen
73. Wat de hemel haat
74. Neem het recht niet in eigen hand
75. Hecht waarde aan het leven
76. Blijf soepel
77. Sociale rechtvaardigheid
78. Wie verdient het koningschap
79. Een samenleving van goede mensen
80. Het beloofde land
81. Eindwoord


Online informatie:

Chinese Text Project (Chinese tekst met Engelse vertaling James Legge)

Wengu: Dao De Jing (Chinese tekst met Engelse vertalingen van Legge, Waley en Lau)

Internet Encyclopedia of Philosophy: Daoist Philosophy

Stanford Encyclopedia of Philosophy: Laozi

Ulrich Theobald's Chinaknowledge: Laozi / Daodejing

Wikipedia: Tao Te Ching

Daoisme.nl : Lao Zi (website Ben Zondervan)


Literatuur en vertalingen

Toelichting bij de literatuur

Aanbevolen Nederlandse vertalingen:
- Schipper, Kristofer (2010). Lao Zi. Het boek van de Tao en de innerlijke kracht. Augustus.
Met commentaar per hoofdstuk en uitgebreide inleiding en essy waarin de context van de Laozi wordt geschetst.
- Mansvelt Beck, B.J. (2002). Laozi Daodejing. Servire.
Vertaling van de Heshanggong-Laozi met het commentaar van Heshanggong
- Henricks, Robert G. (1990). Lao-tzu. Te-tao ching. Servire. Vertaald uit het Engels door Anneke Huyser i.s.m. B.J. Mansvelt Beck
Vertaling van de Mawangdui-laozi met commentaar en aantekeningen

Aanbevolen Engelse vertalingen:
- Komjathy, Louis (2023). Daode jing: A Contextual, Contemplative, and Annotated Bilingual Translation. Square Inch Press.
- Ames, Roger T. (2003). Dao de Jing: A philosophical translation. Ballantine Books.
- Chen, Guying (2020). The Annotated Critical Laozi: With Contemporary Explication and Traditional Commentary. Brill.
- Michael, Thomas (2015). In the shadows of the Dao: Laozi, the Sage and the Daodejing. SUNY Press.
- Henricks, Robert G. (2000). Lau Tzu's Tao te Ching: A translation of the Startling New Documents Found at Guodian. Columbia University Press.
- Lafargue, Michael (1992). The Tao of the Tao Te Ching: A translation and commentary. SUNY Press

Hieronder kunt u een selectie maken van de verschillende publicatievormen en de taal. Ik beperk me tot vier taalgebieden (Nederlands, Engels, Frans en Duits). De meeste literatuur is overigens engelstalig. U kunt bij teksttype ook apart de vertalingen selecteren en U kunt desgewenst ook een specifieke auteur zoeken.

Boeken 1 tot 20 van de 183

Addiss, Stephen (1993). Tao Te Ching. Hackett Publishing Company. *
samen met Stanley Lombardo
ISBN13: 978-0872202337
Ook online.

Allan, Sarah (2003). The great one, water, and the Laozi: New light form Guodian. T'Oung Pao, Vol. LXXXIX *.

--- (2000). The Guodian Laozi: Proceedings of the International Conference Darthmout College, May 1998. Society for the Study of Early China. *
ISBN13: 978-1557290694

Ames, Roger T. (2003). Dao de Jing: A philosophical translation. Ballantine Books. *
ISBN13: 978-0345444196
Ook online.

Meer informatie...

Assandri, Friederike (2024). Kong Yingda, Cheng Xuanying, and Their 'Others': A Synchronic Contextualization of Visions of the Sage. *.
Ook online.

Meer informatie...

--- (2021). The Daodejing Commentary of Cheng Xuanying: Daoism, Buddhism and the Laozi on the Tang Dynasty. Oxford University Press. *

Meer informatie...

--- (2019). Conceptualizing the Interaction of Buddhism and Daoism in the Tang Dynasty: Inner Cultivation and Outer Authority in the Daode Jing Commentaries of Cheng Xuanying and Li Rong. Religions, Vol. 10 *.

Billeter, Jean-Francois (1985). Essai d'interprétation du chapitre 15 du Laozi. Asiatische Studien - Études Asiatiques, Vol. Band 39 heft 1-2 *.

Blake, Susan (2015). Agency, Non-action, and desire in the Laozi. Journal of Chinese Philosophy, Vol. Vol 42 nr 3–4 pp 284 *.

Blok, Ir. J.A. (1918). Lau-tze. Tau Teh Tsjing: (tau teh king). Kluwer. *
Ingeleid en vertaald door Ir. JH.A. Blok. (1e druk 1918. Kluwer druk 3 (1948|) - druk 7 (1970), Ankh-Hermes druk 8 (1973) - druk 10 (1984) . In 1986 opnieuw uitgegeven in bewerking door H. van Praag

Bokenkamp, Stephen R. (1997). Early Daoist Scriptures. University of California Press. *
ISBN10: 0520219317

Meer informatie...

Boltz, William G. (2013). Why So Many Laozi-s?. In Imre Galambos, Studies in Chinese Manuscripts: From the Warring States to the 20th Century Hst 1 p 1-32 *. Institute of East Asian Studies

--- (2005). The Composite Nature of Early Chinese Texts. In Martin Kern, Text and Ritual in Early China Hst 2 p50-78 *. University of Washington Press

--- (1999). The Fourth-Century B. C. Guodiann Manuscripts from Chuu and the Composition of the Laotzyy. Journal of the American Oriental Society, Vol. 199-4, pag. 590-608. *.

--- (1982). The religious and philosophical significance of the Hsiang erh Lao tzu in the light of the light of the Ma-wang-tui silk manuscripts. Bulletin of the School of Oriental and African Studies, Vol. 45 (1), pag. 95-117. *.

Boyce, Conal (2012). The Dao De Jing Minus Ninety-six Percent: A Troubled Text Relieved of Its Politics and Bloat; and Another Look at the Indic Influence Puzzle. *
Sino-Platonic Papers Number 221.
Ook online.

Brashier, K.E. (2023). The Daode jing’s Forgotten Forebear: The Ancestral Cult. In Albert Galvany, The Craft of Oblivion hst 5, pag. 119-152 *. SUNY Press

Cao, Feng (2017). The Enjoyment of the Sage and the Common People: A New Perspective on the Cosmology of the Laozi. Frontiers of Philosophy in China, Vol. Vol. 12 Nr 3 p377-39 *.

Chan, Alan K.L. (2003). Wang Bi and the Laozi: Richard John Lynn, trans., The Classic of the Way and Virtue: A New Translation of the Tao-te ching of Laozi as Interpreted by Wang Bi Rudolf G. Wagne. Journal of Chinese Religions, Vol 31 Nr 1 pp 127-1

--- (1998). The Essential Meaning of the Way and Virtue: Yan Zun and 'Laozi Learning' in Early Han China. Monumenta Serica, Vol. 46-1, pag. 105-127. *.

Boeken 1 tot 20 van de 183