Klassiek daoïsme

werk in ontwikkeling

In deze notitie geef ik een korte schets van de ontwikkeling van het klassiek daoïsme.

Notitie

Zie ook de notitie vroeg (middeleeuws) daoïsme

1 Korte historie

1.1. Historische perioden

Het daoïsme kent een lange geschiedenis. Louis Komjathy onderscheidt vier perioden die min of meer gekoppeld kunnen worden aan de keizerlijke dynastieën.

a. Classical Daoism - Klassiek daoïsme
- periode Strijdende Staten (480–222 v. Chr), Qin (221–206 v. Chr) en Vroege Han (202 v. Chr.–9 na Chr.).

b. Early Organised Daoism - Vroege georganiseerde daoïsme
- Early Daoism - Vroeg daoïsme: Late Han (25–220 na Chr.);
- Early Medieval Daoism - Vroeg middeleeuws daoïsme: de Drie Koninkrijken (220-280), Jin (265-420) en Sui-dynastie (581–618).

c. Later Organised Daoism - Later georganiseerde Daoisme
- Late Medieval Daoism - Laat Middeleeuws daoïsme: Tang (618–907), Song (960–1279) en Yuan-dynastie (1260–1368);
- Late Imperial Daoism - Laat keizerlijke daoïsme: Ming (1368–1644) en Qing-dynastie (1644–1911).

d. Modern Daoism - Modern Daoisme
- Early Modern Daoism - Vroeg moderne daoïsme: Republiek (1912–49; 1949–heden) en vroeg communisme (1949–1978).
- Late Modern Daoism - Laat moderne daoïsme: 1978–heden.
(Komjathy The Daoist Tradition 2013, p11)

Komjathy bouwt hier voort op het werk van Russell Kirkland 1

Ieder van deze perioden kent zijn eigen specifieke bewegingen en gemeenschappen.
- Klassiek daoïsme: zie paragraaf 3 hieronder.
- Vroege daoïsme: Taiping (Great peace), Tianshi (Celestial Masters - Hemelse Meesters)
- Vroege middeleeuws daoïsme: Taiqing (Great Clarity), Shangqing (Highest Clarity), Lingbao (Numinous Treasure)
- Laat middeleeuws daoïsme: Quanzhen (Complete Perfection) en de zogenoemde Nanzong (Southern School)
- Laat keizerlijk daoïsme en Modern Daoïsme: Zhengyi (Orthodox Unity; ook Tianshi) en Quanzhen

1.2 Filosofisch- en religieus daoïsme

Geleerden maken ook onderscheid tussen filosofisch en religieus daoïsme. Dit onderscheid is ingegeven door het onderscheid dat de Han historici maakten tussen daojia 道家 en daojiao 道家. Onder filosofisch daoïsme (daojia) worden de teksten verstaan uit de pre-Qin tijd (met name Zhuangzi en Daodejing). Religieus Daoisme (daojiao) wordt gekoppeld aan de daoïstische bewegingen die vanaf de 2e eeuw na Chr. opkwamen.

Komjathy, onder anderen, verzet zich fel tegen dit onderscheid. In het artikel 'Taoist Mediation: From 100 CE to present' uit 2019 stelt hij:

"Here it should be mentioned that Daoism is the object of various Western fabrications, fictions, and fantasies, which are rooted in colonialist, missionary, and Orientalist legacies. The most epidemic of these is the inaccurate and outdated distinction between so-called 'philosophical Daoism' and so-called 'religious Daoism,' the usage of which should be taken ipso facto as a misunderstanding concerning Daoism."

Komjathy pleit ervoor om het zogenoemde filosofisch daoïsme te vervangen door de hierboven genoemde Klassiek daoisme terwijl de term Georganiseerd daoïsme het begrip religieus daoïsme kan vervangen. ”This revisionist framework allows individuals to engage with the tradition in a more neutral and receptive, a more integrated and sophisticated manner.", aldus Komjathy. (Komjathy 2019 p4)

Komjathy leest het onderscheid tussen daojia en daojiao anders: jia heeft betrekking op 'familie' en jiao op 'teachings'. Het Daoisme wordt gevormd door gemeenschappen, bewegingen en afstammingslijnen ('lineages') 2. De leer wordt doorgegeven door leraren/meesters en geschriften. (Komjathy 2013 p17).

De Belgische Sinoloog Jan de Meyer is er ook duidelijk over:

"Het is echter volstrekt zinloos een onderscheid te gaan maken tussen filosofie en religie - twee categorieën die in het traditionele China overigens niet eens bestonden. (..) Het is de tragisch-ironische vloek die op het taoïsme rust. De prototaoïsten die Laozi en Zhuangzi waren, worden erkend als de 'enige echte' taoïsten, terwijl het ware taoïsme, dat altijd een mix van 'filosofische', 'religieuze' en sociale elementen is geweest, van theorie en praktijk, argwanend wordt bekeken. De eminente sinoloog, taoïsmekenner en taoïstisch priester Kristofer Schipper heeft de afgelopen decennia enorm veel gedaan om een ruimer publiek van zijn waanvoorstellingen over de scheiding tussen het 'filosofisch taoïsme' en het 'religieus taoïsme af te helpen." (Jan de Meyer 2015, De lege geest in Michel Dijkstra (red), Inleiding Taoïstische filosofie)

2. De verzameling daoïstische teksten: Daozang

Het daoïsme beschikt over een uitgebreid corpus aan teksten. Deze zijn verzameld in de Daozang 道藏 (Taoist Canon). De basis van de Canon is de Ming Canon uit 1445 ofwel de Zhengtong daozang (Taoist Canon of the Zhengtong Reign Period). De Ming Canon vindt zijn oorsprong in het werk van Lu Xiujing (406–77), die het Lingbao corpus samenstelde. De Daozang omvat zo'n 1500 titels. (Judith M. Boltz in Fabrizio Pregadio, 2008 The Encyclopedia of Taoism).

In 2O04 verscheen een uitgebreide 'companion' bij de Daozang onder redactie van Kristofer Schipper en Franciscus Verellen. Dit was een uitgebreide samenwerkingsverband van een grote groep wetenschappers die vanaf 1974 aan dit project hebben gewerkt.

Een niet geannoteerde editie van de Zhuangzi is in de Daozang opgenomen onder de titel: Nanhua zhenjing 南華真經 (True Scripture of the Southern Florescence - Het Waarachtige Boek van de Bloem van het Zuiden - Wilhelm: Das wahre Buch vom südlichen Blütenland). Ook bevat de Daozang een tiental comentaren op de Zhuangzi 3

3. Klassiek Daoïsme

Hieronder werk ik in het kort drie thema's verder uit.

3.1 Lineages - afstammingslijnen

In het oude China (en ook nu nog) is afstamming van groot belang. Het eigen leven werd gezien in de lange lijn van voorouders en die van het nageslacht. Voorouderverering door middel van het brengen van offers stond centraal binnen het klassieke China.

Louis Komjathy schrijft: "Lineage has occupied a central place in the Daoist religious tradition from its earliest beginnings in the Warring States period (480–222 bce). Here lineage refers to a particular line of spiritual ancestry, a line passed from teachers to students. In Daoism, this line may be biological, spiritual, and/or institutional. (..) The earliest evidence of Daoist lineages is found in the Zhuangzi and other texts of classical Daoism. Harold Roth has labeled these early Daoist master-disciple communities as “inner cultivation lineages”, and careful study and reading shows that they were at least as diverse as the movements of organized Daoism." (Komjathy 2013, p44-46).

De term inner cultivation lineage is gemunt door Harold Roth. Hij schrijft: "Taoism in this formative period was not a philosophical school but rather consisted of one or more related master-disciple lineages that centred on the practice of inner cultivation. This practice formed the distinctive 'technique' (shu) around which these lineages formed and from which they eventually took their self-identity. Indeed, this central focus on technique rather than philosophy may very well be true not just for the Taoists but for all the other pre-Qin schools (...). Thus, although there is little, if any, concrete information about the social structure of these lineages that has hitherto been derived from extant sources, one might speculate that they may have more closely resembled small communities of religious practitioners than philosophical schools on the early Greek model. (Roth 1997, Evidence for stages of meditation in Early Taoism, p296)

Komjathy ziet die sporen van de vroege 'lineages' in o.a. de Daodejing en de Zhuangzi.

De Daodejing is een anthologie van vroege (wellicht 5e en 4e eeuw v. Chr) mondelinge tradities die later (uiterlijk 168 v. Chr gecodificeerd zijn in een 'coherente' tekst. Komjathy stel 5 fases vast in deze historische compilatie van de overgeleverde tekst:
(1) oral traditions, including mnemonic aphorisms;
(2) collections of sayings;
(3) early anthologies;
(4) codified, classified, and edited anthologies; and
(5) fully integrated and standardized editions.
The received text is thus a collection of teachings from various teachers and communities living between the fifth century bce and the second century bce. Voor Komjathy duidt dit op een vroege religieuze gemeenschap. Leden van deze daoistische gemeenschap "sought to embody and transmit its values".

De Zhuangzi is ook een anthologie. Zie hiervoor de notitie teksthistorie op de website Zhuangzi.nl waarin de verschillende tekstlagen worden uitgewerkt. Komjathy concludeert: "Although there are debates about how best to categorize the chapters, and about which chapters or sections of chapters belong to which lineage, modern scholarship indicates that the Zhuangzi is an anthology of multiple early Daoist teachers and communities. These teachers and communities were committed to cultivating the Dao, but they often disagreed on the most efficacious methods and on the extent of its application, specifically in the realm of social engagement and political involvement. If one were more daring, one might also use these lineage distinctions to interpret the disparate layers of the received Daode jing." (p 46)

Komjathy waagt een eerste poging om op basis van de dialogen in de Zhuangzi verschillende 'lineages' te ontwaren. "Although the personages of the Zhuangzi are often identified as “characters” in some kind of proto-fiction I would thus suggest that in many cases they were either actual Daoist adepts or characters based on actual individuals, many of whom would have been community elders." (Komjathy p 49)

In de notitie personages op de website Zhuangzi.nl wordt hiervan een overzicht gegeven.

Robin Yates onderscheidt drie daoïstische tradities in de klassieke periode:
- de Laozi tekst
- de Zhuangzi
- HuangLao, d.w.z. de filosofie van de Gele Keizer en Laozi.
Zij noemt deze laatste traditie de belangrijkste filosofie van de Han elite, voordat zij het Confucianisme van Dong Zong shu adopteerden. In de volgende paragraf gaan we daar dieper op in.

In de Huainanzi wordt ook nog gesproken over 'the techniques of Lao-Zhuang' (Major 2010, p854).
In hoofdstuk 12 van de Huainanzi wordt de visie op 'rulership' verteld in 56 anekdotes die eindigen met een citaat uit de Daodejing. "These anecdotes and many others of the same kind appear to have circulated in various forms (written, oral, or both) during the Warring States and Han periods and may be considered a distinctive genre. (..) They illustrate the manner in which the Way may be known to the ruler and be used to ensure the success and prosperity of his reign. Rhetorically, these anecdotes and their “capping” passages from the Laozi also demonstrate the versatility of that text as an authoritative source of sagely rule. (..) The combination of illustrative anecdote and apposite citation created a mix of didactic principles (in chapter 21, called “the techniques of Lao-Zhuang”) that the compilers of chapter 12 saw as instrumental to a ruler’s success.

[nog opzoeken Kohn over Lao Zhuang]

3.2 HuangLao

[...]
Harold Roth: Graham has identified both Primitivist and Syncretist ideologies in the text [de Zhuangzi] and further asserted that the latter were its compilers. I have theorized further that these Syncretists were part of the Huang-Lao lineage of the early Han that descended from the authors of the Ma-wang-tui Huang-Lao texts and that dominated the court of Liu An, second king of Huai-nan, where I concluded the Chuang TV< was compiled circa 130 B.C.E. Given our understanding of the ideology of our narrative and these hypotheses about early Taoist lineages, I propose that our narrative was included in the Zhuangzi because its Syncretist compilers thought it. symbolized something extremely important in their own tradition: the initial merging of the Naturalist cosmological and political thought with Taoist techniques of spiritual cultivation.

3.3 Daoïstische teksten uit de klassieke periode

Het woord Dao 道 is een gangbaar woord in de klassiek periode. Het betekent weg, methode of leer. Bij voorbeeld: de dao van Confucius is de leer van Confucius, de dao van de koningen van weleer duidt op de wijze van besturen van deze koningen.

In de periode van de Strijdende Staten krijgt het woord dao in een aantal geschriften een geheel nieuwe dimensie. In deze teksten krijgt dao de betekenis van de weg van de Hemel en wordt het kortgezegd het grondbeginsel van al het leven. Deze dao is alomvattend en niet in woorden uit te drukken. Door innerlijke training kan deze dao wel bereikt worden.
De teksten die dit nieuwe begrip van dao hanteren werden later, door o.a. bibliothecarissen aan het keizerlijke hof, gekenmerkt als daoïstische teksten. De Daodejing, een van die teksten, werd een van de belangrijkste teksten van de latere daoïstische beweging.

De teksten zijn, in vermoedelijke volgorde naar oudheid:
- 內業 Neiye - Inward training (midden 4e eeuw v.Chr), opgenomen in de bundel Guanzi (hst 49)
- 道德經 Laozi - (ook de Daodejing genoemd)
- 心術上 Xinshu shang en 心術下 Xinshu Xia - Techniques of the Mind I en II, opgenomen in de bundel Guanzi (hst 36 en 37) datum???
- 莊子 Zhuangzi - De geschriften van Zhuang Zi
- enkele hoofdstukken uit de 呂氏春秋 Lüshi Chunqiu - The annals of Lü Buwei, uit de 3e eeuw v. Chr. (vermoedelijke samenstelling rond 240 van Chr).
- de 淮南子 Huainanzi, samengesteld in 139 v. Chr.
- 列子 Liezi, samengesteld in de 3e eeuw na Chr. maar met veel oudere tekstlagen.
- enkele van de gevonden manuscripten te Mawang du, o.a. paragrafen uit de Vier geschriften van de Gele Keizer (十大經 Shi Da jing - Zestien Richtsnoeren sectie 5), delen uit de gevonden medische teksten. (十 問 Shiwen - Ten questions)

Van een andere orde maar (wellicht) ook van belang is:
- 楚辭 Chu Ci - Verses of Chu or Songs of Chu

Tot zover.

Noten

1.
Kirkland onderscheidt in zijn artikel The History of Taoism: A New Outline uit 2002 de volgende periodes:
Classical Daoïsme
- tot 2e eeuw na Chr.
Later Daoïsme, te onderscheiden in:
- early daoïst movement, 2-4e eeuw
- aristocratic daoïsme, 4e -10e eeuw
- ecumenical tradition, 6e- 12e eeuw
- late imperial daoïsme, 12e eeuw - heden
2.
Lineage: a line of descent from a coomon ancestor or source (The New Penguin English Dictionary)
Ik kan op dit moment geen goede Nederlandse vertaling vinden en gebruik voorlopig als vertaling afstammingslijn, of meester-leerling lijnen.
Afstammingslijn betekent volgens van Dale 'de dalende lijn van bloedverwantschap' en heeft daarmee een te beperkte betekenis.
3.
De Zhuangzi is in de Daozang opgenomen onder nummer 670 (een toelichting te vinden in Schipper 2004 vol I p58-61). De commentaren hebben de nummers 734-745, 1263 en 1487 (toelichtingen in Schippers 2004 vol I p 294 -dz nummer 745- en vol II p671-681 -overige nummers).

Literatuur

Hieronder kunt u een selectie maken van de verschillende publicatievormen en de taal. Ik beperk me tot vier taalgebieden (Nederlands, Engels, Frans en Duits). De meeste literatuur is overigens engelstalig. U kunt bij teksttype ook apart de vertalingen selecteren en U kunt desgewenst ook een specifieke auteur zoeken.

Boeken 1 tot 10 van de 10

Ess, Hans van (2011). Der Daoismus: Von Laozi bis heute. Beck. *
ISBN13: 978-3406612183

Kirkland, Russell (2004). Taoism The enduring tradition. Routledge. *
ISBN10: 0203688678
Ook online.

Kohn, Livia (2009). Introducing Daoism. Routledge. *
ISBN13: 978-0415439978

---, redactie (2000). Daoism Handbook. *
ISBN10: 9004112081

Meer informatie...

Komjathy, Louis (2014). Daoism: A guide for the perplexed. Bloomsbury Academic. *

Meer informatie...

--- (2013). The Daoist tradition. Berg Bloomsbury Revelations. *

Meer informatie...

Miller, James (2003). Daoism: A Short Introduction. *

Meer informatie...

Pregadio, Fabrizio, redactie (2008). The encyclopedia of Taoism: Volume 1 & 2. *
ISBN13: 978-0700712007
Ook online.

Schipper, Kristofer & Verellen, Franciscus, redactie (2004). The Taoist Canon: A Historical Companion to the Daozang, Volume I-III. University of Chicago. *
ISBN10: 0226738175

Meer informatie...

Tan, Jing (2024). Reflecting on the Distinction between Philosophical Daoism and Religious Daoism Based on the Transmission and Transformation of the Concept of 'Philosophy'. *.
Ook online.

Meer informatie...

Boeken 1 tot 10 van de 10