陶淵明集 Tao Yuanming ji - Verzameld werk

陶淵明集 Tao Yuanming ji - Verzameld werk


Engelse titel: Collected works

auteur / toegeschreven aan: Tao Yuanming

陶淵明集 : 十卷 Tao Yuanming ji : Shi juan - Collected Works of Tao Yuanming: 10 Juan

De thema's van Tao Yuanming's poëzie kunnen over het algemeen worden onderverdeeld in vijf categorieën:
tianyuan 田園 - de akker-en-gaardepoezie,
yong huai 詠懷 - het uiten van gevoelens,
yong shi 詠史 - gedichten over historische thema's,
xing yi 行役 - reispoezie en
zengda 贈答 - presentatie en antwoord—uitwisselingsgedichten.

De akker-en-gaardepoëzie wordt vaak samen genoemd met landschapspoëzie, maar dit zijn twee verschillende onderwerpen. Akker en gaaardegedichten kunnen het landschap van een plattelandsdorp beschrijven, maar de hoofdfocus ligt op de beschrijving van het leven van boeren en het landbouwwerk in het dorp. Landschapspoëzie richt zich voornamelijk op de beschrijving van natuurlijke taferelen en het uitdrukken van de esthetische waardering van de dichter voor het landschap. De akker-en-gaardepoezie vormen een nieuw thema dat Tao introduceerde in de Chinese literatuur.
Een deel van Tao's akker-en-gaardepoezie weerspiegelt zijn gemoedstoestand van afstandelijke tevredenheid door het rustige plezier van landelijke scènes en de eenvoud van het plattelandsleven te beschrijven. Wandelingen op een lentedag, het beklimmen van een uitkijkpunt, het inschenken van wijn, het lezen van boeken, oprechte gesprekken met vrienden, bijeenkomsten van familieleden, je wassen onder de dakrand, het plukken van chrysanten bij de oostelijke haag, jonge scheuten die hun vleugels uitslaan terwijl een zuidelijke bries over hen waait, moerbeien en hennep die gezond en sterk groeien onder de zon — deze onderwerpen worden allemaal omgezet in prachtige gedichten. Door deze gedichten kunnen we vaag een glimp opvangen van de toestand van het plattelandsdorp in tijden van oorlog, ontheemding en natuurrampen.

Yong huai-gedichten en "historische gedichten" lijken qua inhoud sterk op elkaar. De historische gebeurtenissen dienen simpelweg als middel om gevoelens uit te drukken. Sommige van Tao's yong huai-gedichten zijn in reeksen, zoals "Wijn drinken," "Imitaties van oude gedichten," en "Diverse gedichten."
Zijn historische gedichten richten zich op figuren uit het verleden, zoals "De drie goede mannen," "De twee docenten genaamd Shu," "Jing Ke" en "In lof voor verarmde heren." "Bij het lezen van de Klassieker van Zeeën en Bergen" kan ook als een gedicht van dit type worden beschouwd. De gedichten in deze twee categorieën zetten duidelijk de traditie voort van Ruan Ji 阮籍 (210–263) en Zuo Si 左思 (ca. 250–ca. 305), maar dragen ook Tao Yuanming's eigen stempel. Ze draaien om de vraag naar het conflict tussen dienen of terugtrekken, en ze uiten zijn morele principe om zichzelf niet te corrumperen door associatie met de heersende klasse van zijn tijd.

Tao Yuanming schreef al zijn reisgedichten terwijl hij in overheidsdienst was. Ze delen gemeenschappelijke thema's: klaagzangen over de ontberingen van reizen, gevoelens van verveling met het ambtelijke werk en het verlangen om terug te keren naar de boerderij om zijn leven in afzondering voort te zetten. Het beklagen van de ontberingen van reizen was al een bekend thema in reispoëzie vóór Tao Yuanming, maar de andere twee thema's zijn origineel bij Tao. Deze twee gevoelens worden sterker in de gedichten die hij schreef in de latere jaren van zijn overheidsdienst. Het gevoel van hopeloosheid, veroorzaakt door het verlies van vrijheid, is de ondertoon van dit type gedichten.

Tao Yuanming’s zengda-gedichten onthullen Tao’s diepe genegenheid voor vrienden. Dit thema is een oud thema. De uitwisselingsgedichten die traditioneel worden toegeschreven aan Li Ling en Su Wu zijn opmerkelijk vanwege hun vaardigheid in het uitdrukken van scheidingsgevoelens, Cao Zhi’s "Aangeboden aan Biao, de Prins van Baima" is beroemd om de uitdrukking van verborgen wrok, Liu Zhen’s "Aangeboden aan mijn neef" toont het nobele morele karakter van de dichter, en Xi Kang’s "Aangeboden aan een bloeiende talent bij het betreden van het leger" geeft een gevoel van vrije en zorgeloze overgave. Tao Yuanming's uitwisselingsgedichten hebben ook hun eigen unieke kwaliteiten. Hij vormt zijn oprechte gevoelens, dagelijkse zaken, eeuwige waarheden en een toon die noch vurig noch koud is, tot een beeld van een eerlijke, goedhartige, eerbiedwaardige heer.

Naast deze vijf soorten gedichten heeft Tao Yuanming ook enkele belangrijke filosofische gedichten, zoals "Lichaam, schaduw en geest," "Alleen drinken in het regenseizoen" en "Imitaties van Dragersliederen." Deze gedichten kunnen worden beschouwd als xuanyan (geheimzinnige woorden) verzen. Ze verschillen echter van de xuanyan-gedichten die populair waren in de Oostelijke Jin, omdat Tao's gedichten geen herhalingen zijn van de leerstellingen van Laozi of commentaren op de betekenis van Zhuangzi, maar alledaagse ervaringen verfijnen tot een hoger filosofisch niveau. In de Wei-Jin-periode hechtten mensen veel belang aan familie-invloed, en in sommige van zijn gedichten schrijft Tao over familiebanden en geeft hij instructies aan zijn zonen. Voorbeelden hiervan zijn "Over het benoemen van mijn zoon," "Kritiek op mijn zonen," en "Aangeboden aan de Heer van Changsha." In deze gedichten kan men zien dat Tao Yuanming ook iemand was die dacht dat familie-eer en status belangrijk waren.

Een van Tao's grootste kenmerken is zijn creativiteit, die vooral ligt in zijn vermogen om het alledaagse leven om te zetten in poëzie. Hij wist belangrijke betekenis en blijvende poëtische schoonheid te ontdekken in het alledaagse leven. Voor Tao waren dichters zoals Qu Yuan 屈原 (340?–278 v.Chr.), Cao Cao 曹操 (155–220), Cao Zhi 曹植 (192–232), Ruan Ji, en Lu Ji 陸機 (261–303) vooral gericht op het schrijven over thema's die te maken hadden met de regering en de staat. Maar met Tao Yuanming richtte poëzie zich voor het eerst op het gewone leven. Tao gebruikte alledaagse taal om over alledaagse zaken te schrijven en creëerde daarmee grootse poëzie.

Tao Yuanming's positie en invloed in de Chinese literatuurgeschiedenis komen ook voort uit zijn proza en fu-werken, die niet onderdoen voor zijn poëzie. In drie werken in het bijzonder, "Biografie van de vijf wilgen," "De Perzikbloesembron," en "Laat me terugkeren," kan men Tao's fundamentele aard en gedachten waarnemen.

Tijdens zijn leven stond Tao Yuanming alleen bekend als een kluizenaar, en zijn literaire werken werden niet hoog gewaardeerd. Dit kwam omdat zijn eenvoudige en natuurlijke stijl niet strookte met de sierlijke stijl die in die periode erg bewonderd werd. Xiao Tong was de eerste die de literaire waarde van Tao's geschriften ontdekte. Hij prees zowel zijn karakter als zijn schrijfstijl hoog. In de Song-dynastie, vooral nadat Su Shi en Zhu Xi (1130–1200) zijn grootheid hadden geprezen en Tang Han (1202–1275) een gedetailleerde commentaar op zijn werken schreef, bereikte Tao Yuanming echt een verheven plaats in de Chinese literatuurgeschiedenis. Hij heeft deze positie tot op de dag van vandaag behouden en heeft zelfs wereldwijde invloed.

Verslag van de Perzikbloesembron

Het verhaal van "De Perzikbloesembron" vertoont verschillende overeenkomsten met andere verhalen over paradijzen: er is sprake van een toevallige gebeurtenis, de plaats is een perfect paradijs buiten de mensenwereld, men kan er alleen per toeval binnentreden en nooit terugkeren, en het kan nooit worden gevonden door er doelbewust naar te zoeken. Het is echter belangrijk de bijzondere kenmerken van de ideale vorm die Tao Yuanming creëerde te benadrukken. De inwoners van de Perzikbloesembron zijn heel gewone mensen. Ze zijn geen onsterfelijken, maar mensen die hierheen zijn gevlucht tijdens de onrusten van de Qin-periode. Ze verschillen alleen van de mensen van de buitenwereld door hun vermogen om hun zuiverheid en onschuld te behouden. De vrede, rust en zegeningen die ze genieten, verkrijgen ze door hun eigen arbeid. Veel oude verhalen over onsterfelijken en feeën beschrijven het bereiken van een lang leven en het verkrijgen van rijkdom, maar in de Perzikbloesembron is er geen lang leven of rijkdom. In plaats daarvan schildert hij een tafereel waarin mensen zelf het land bewerken.

Toen Tao Yuanming zich voor het eerst terugtrok in afzondering, was hij alleen bezig met zijn eigen persoonlijke dilemma of hij in overheidsdienst moest blijven of zich moest terugtrekken. Maar toen hij "De Perzikbloesembron" schreef, beperkte hij zich niet tot zijn eigen situatie, maar bedacht hij een uitweg voor de hele samenleving en voor het lot van de mensen in het algemeen. Dat Tao Yuanming deze grote stap kon zetten, hangt samen met zijn leven in armoede en zijn persoonlijke ervaring van jarenlang het land bewerken. Hoewel de Perzikbloesembron slechts een product van verbeelding is, heeft het verhaal veel te bieden.(Knechtgens )

Marijnissen geeft de volgende typering van het werk:

De een zweert bij een borrelend en bruisend leven, de ander streeft naar verstilling en sereniteit – het zijn twee uitersten die we over de hele wereld en in alle tijden terugvinden. In de Chinese literatuur en kunst heeft de tweede door de geschiedenis heen altijd sterk tot de verbeelding gesproken. Sinds de Tangdynastie (618-906) wordt daarbij regelmatig terug verwezen naar het beroemde gedicht “Verslag van de perzikbloesembron” van Tao Qian (ook wel Tao Yuanming, 365-427), dat anderen keer op keer tot voorbeeld heeft gediend. In dat gedicht zet Tao Qian een paradijselijk leven uiteen, in een mengeling van de boeddhistische en taoïstische filosofieën. Deze lofzang op een geïdealiseerd landleven – vredig, teruggetrokken – zoekt zingeving voor de mens vooral in enerzijds rust, kalmte, tevredenheid en innerlijke vrede en anderzijds in saamhoringheid met gelijkgestemden en zielsverwanten. Al komen er veel natuurelementen in Tao Qians poëzie voor, toch draait die uiteindelijk niet om de natuur als zodanig, maar om het idee van handelen in overeenstemming met je persoonlijke aard en neigingen – het taoïstische ideaal van vasthouden aan eenvoud en aan wat ziran is, dat wil zeggen wat iemand eigen is en wat vanzelf opkomt. Zo werd Tao Qians poëzie een voorbeeld voor het volgen van je ‘natuurlijke’ levensweg. Ook bovenstaand gedicht uit 727 van Li Bai (701-762), in het Westen bekend door zijn reputatie van “bohémien”, sluit daarbij aan. (Marijnissen De Perzikbloesembron

Edities

Al in de zesde eeuw waren er drie edities van Tao's werken:

- Een editie van acht juan zonder voorwoord.
- Een editie van zes juan met een voorwoord en een inhoudsopgave. Dit was blijkbaar een zeer wanordelijk werk waarin enkele delen ontbraken.
- Een editie van acht juan, samengesteld door Xiao Tong 蕭統 (501–531). Eén juan bestond uit een voorwoord, een inhoudsopgave, een klaaglied door Yan Yanzhi en een biografie. Tao's eigen werken waren opgenomen in de overige zeven juan.

In de periode van de Noordelijke Qi, stelde Yang Xiuzhi 陽休之 (509–582) een editie van tien juan samen, gebaseerd op Xiao Tong's versie, die hij vergeleek met de andere twee edities. Dit werk werd getiteld Tao Qian ji 陶潛集.
Tijdens de Song dynastie verscheen een editie van Zeng Ji 曾集 (song), de Tao Yuanming ji 陶淵明集. Dit is de eerste overgeleverde editie in print.

Davis en Trotter maakten gebruik van een Chinese editie van 1911: 陶淵明集 - The Collected Poetry of Tao Yuanming.

© oktober 2024

Indeling tekst

Hieronder geef ik de gedichten weer die door A.R. Davis (1983) en door Earl Trotter (2022) zijn vertaald. De eerste Engelse titel is van Davis de tweede van Trotter. De Nederlandse vertalingen zijn van Marijnissen (vijf stuks) en / of Idema.

1. De tetrasyllabische gedichten (gedichten met vier karakters per regel)

Er staan negen gedichten in dit hoofdstuk, allemaal met regels van vier karakters. Deze gedichten zijn op verschillende momenten in het leven van Tao Yuanming geschreven en behandelen een aantal verschillende thema's en onderwerpen. Men kan dus zeggen dat deze vorm een van de elementen in zijn poëtische "gereedschapskist" was. In die tijd kozen de meeste dichters vrij tussen regels van vier en vijf karakters, naast andere vormen.

Natuurlijk weerspiegelt deze vorm het klassieke Boek der Liederen. Metrum, woordenschat en de voorwoorden doen denken aan dit boek. Bovendien heeft Tao enkele directe ontleningen en gebruikt hij ook vaak het herhaalde dubbele karakter aan het begin van de regel, vaak met een parallel paar in de volgende regel. Deze gedichten zijn meestal geschreven in strofen van acht regels en hebben over het algemeen een archaïsche uitstraling. (Trotter 2022)

nr chin
1. 停雲 Tíng yún Hanging Clouds / Lingering Clouds
Het wolkendek (Idema) / Lage bewolking (Marijnissen)
2. 時運 Shí yùn The revolution of the seasons / Cycle of the Seasons
Het voortgaan van de Seizoenen (Marijnissen)
3. 榮木 Róng mù The tree in blossom / The Blossoming Tree
4. 贈長沙公族祖 Zèng Chángshā gōngzú zǔ To my grandfather’s cousin the Duke of Ch’ang-sha / To the Duke of Changsha, Kinsman of my Grandfather
5. 酬丁柴桑 Chóu Dīng Cháisāng In return for a poem from Ting Ch’ai-sang / In Response to Ding Chaisang
6. 答龐參軍 Dá Páng Cānjūn In reply to Aide P’ang / In Response to Aide-De-Camp Pang
7. 勸農 Quàn nóng To encourage farming / An Exhortation to Farmers
8. 命子 Mìng zǐ Charge to my son / On Naming my Son
9. 歸鳥 Guī niǎo The bird which has come home / The Homecoming Bird

2. De pentasyllabische gedichten (gedichten met vijf karakters per regel)

Er zijn twintig titels, bestaande uit negenentwintig gedichten in dit hoofdstuk, allemaal met vijf karakters per regel. Deze vorm wordt steeds belangrijker in de geschiedenis van de Chinese poëzie. Vijf titels bestaan uit reeksen van twee tot vijf gedichten. In deze gedichten zien we de essentie van Tao Yuanming: een natuurlijke eenvoud gekleurd door zijn idealen van deugd en ervaring. Landschap speelt geen grote rol in zijn werk, omdat hij meer geïnteresseerd is in het uitdrukken van zijn gevoelens en gedachten. Hij kiest uiteraard wel een concreet beeld dat de bron, context of het middelpunt vormt van zijn uiting. Zijn stijl is eenvoudig, maar vakkundig, en op zijn best blijven gedenkwaardige regels en scènes lang hangen.

Veel van zijn beroemdste gedichten staan in dit deel: "Body, Shadow and Spirit (nr 10)", "Een teruggetrokken leven op Dubbel Negen (11)", "Returning To Live in the Country (12)", en "Moving House (21)".

nr chin
10. 形影神 Xíng yǐng shén (3 gedichten) Body, shadow and soul / Body, Shadow and Spirit
Vorm Schaduw en geest, drie gedichten (Idema)
11. 九日閑居 Jiǔ rì xián jū Living in retirement on the ninth day / The Double Ninth Festival in Retirement
Een teruggetrokken leven op Dubbel Negen (Marijnissen)
12. 歸園田居 Guī yuán tián jū (vijf gedichten) Returning to live in the country / Returning to Live in the Country
Vijf gedichten van de terugkeer naar gaarde en akkers (Idema)
13. 遊斜川 Yóu Xié chuān An excursion to Hsieh-ch’uan / An Excursion to Xie Creek
14. 示周續之祖企謝景夷三郎 Shì Zhōu Xùzhī zǔ Qǐ Xiè Jǐngyí sān láng To Secretary Chou, Tsu and Hsieh / To the Three Officials Zhou Xuzhi, Zu Qi, and Xie Jingyui
15. 乞食 Qǐ shí Begging for food / Begging for Food
Bedelen om Voedsel (Idema)
16. 諸人共遊周家墓柏下 Zhū rén gòng yóu Zhōu jiā mù bǎi xià We all enjoy ourselves together beneath the cypresses at the tombs of the Chou family / We Have an Outing Together at the Zhou Family’s Tombs under the Cypress
17. 怨詩楚調示龐主簿鄧治中 Yuàn shī chǔ diào shì Páng zhǔbù Dèng Zhìzhōng Resentful poem in the Ch’u mode to Registrar P’ang and Secretary Teng / A Lament in the Chu Mode to Registrar Pang and Secretary Deng
18. 答龐參軍 Dá Páng cānjūn In reply to Aide P’ang / In Response to Aide-De-Camp Pang
19. 五月旦作和戴主簿 Wǔyuè dàn zuò hé Dài zhǔbù Written on the first day of the fifth month to answer a poem by Registrar Tai / Composed on the First Day of the Fifth Month in Reply to a Poem by Registrar Dai
20. 連雨獨飲 Lián yǔ dú yǐn Drinking alone during continuous rains / Drinking Alone During Incessant Rain
21. 移居 Yí jū (2 gedichten) Moving house / Moving House
Twee gedichten van de verhuizing (Idema)
22. 和劉柴桑 Hé Liú Cháisāng Answering a poem by Liu Ch’ai-sang / In Reply to a Poem by Liu of Chaisang
23. 酬劉柴桑 Chóu Liú Cháisāng Inreturn for a poem by Liu Ch’ai-sang / In Response to Liu of Chaisang
24. 和郭主簿 Hé Guō zhǔbù (2 gedichten) Answering a poem by Registrar Kuo / In Response to Registrar Guo
Twee gedichten voor assistent-magistraat Guo (Idema)
25. 於王撫軍座送客 Yú Wáng fǔjūn zuò sòng kè Seeing off a guest at General Wang’s banquet / Seeing off the Guests at General Wang’s Gathering
26. 與殷晉安別 Yǔ Yīn Jìn'ān bié Parting from Yin Chin-an / A Farewell to Yin Jinan
27. 贈羊長史 Zèng Yáng zhǎngshǐ To Chief of Staff Yang / To Chief Secretary Yang
28. 歲暮和張常侍 Suì mù hé Zhāng chángshì At the end of the year answering a poem by Attendant Chang / An End of the Year Poem in Reply to Attendant Zhang
29. 和胡西曹示顧賊曹 Hé Hú Xīcáo shì Gù Zécáo Answering a poem by Personnel Secretary Hu, addressed to Legal Secretary Ku / In Reply to Personnel Secretary Hu, Sent to Sheriff Ku
30. 悲從弟仲德 Bēi cóngdì Zhòngdé Grieving for my cousin Chung-te / Grieving for my Cousin Zhongde

3. Gedichten met datum en andere pentasyllabische gedichten

In dit hoofdstuk zijn er zeventien titels en achtendertig gedichten. Zeven titels zijn gedateerd en “Reproaching My Sons (45)” kan theoretisch het jaar van samenstelling krijgen. De beroemde reeks van twintig gedichten getiteld “Wijn Drinken” staat ook in dit hoofdstuk ook al zou je die in het volgende hoofdstuk met de gedichtenreeksen verwachten. Davis (1984) veronderstelt dat het onderwerp niet als standaard voor een serie werd beschouwd. De exacte reden voor het samenvoegen van al deze gedichten als geheel is echter moeilijk te bepalen.

De opmerkingen over Tao Yuanming's poëzie in de inleiding van het vorige hoofdstuk zijn hier ook van toepassing. De beroemde gedichten in dit hoofdstuk omvatten de reeks "Drinking Wine (42)" en "Returning of my Old Home (37)". Er zijn ook andere interessante gedichten, zoals "Experiencing a Fire (38)". (Trotter)

nr chin
31. 始作鎮軍參軍經曲阿 Shǐ zuò zhèn jūn cānjūn jīng Qū'ā
Written when passing through Ch’ti-o, while beginning my
service as Aide to the General of the Stabilization Army / Passing through Qua when Beginning my Service as Aide-De-Camp to The General
32. 庚子歲五月中從都還阻風於規林 Gēngzǐ suì wǔyuè zhōng cóng dū huán zǔ fēng yú Guīlín (2 gedichten) Detained by contrary winds at Kuei-lin, while returning from the Capital during the fifth month of the year Keng-tzu / Delayed by Unfavorable Winds at Gueilin while Returning from the Capital during the Fifth Month of the Year Gengzi
33. 辛丑歲七月赴假還江陵夜行塗又 Xīnchǒu suì qīyuè fù jiǎ huán Jiānglíng yè xíng tú yòu Written in the seventh month of the year Hsin-ch’ou, while passing through T’u-k’ou at night, when returning to Chiang-ling from leave / Passing Through Tukou At Night While Returning From Leave To Jiangling In The Seventh Month Of The Year Xinchou
34. 癸卯歲始春懷古田舍 Guǐmǎo suì shǐ chūn huái gǔ tián shè (2 gedichten) At the beginning of spring in the year Kuei-mao, thinking of the ancients on my farm / At My Farmhouse, Thinking of the Ancients, at the Start of Spring in the Year Guimao
35. 癸卯歲十二月中作與從弟敬遠 Guǐmǎo suì shí'èryuè zhōng zuò yǔ cóngdì Jìngyuǎn ritten in the twelfth month of the year Kuei-mao for my cousin Ching-yuan / Written for My Cousin Jingyuan in the Twelfth Month of the Year Guimao
36. 乙巳歲三月為建威參軍使都經錢溪 Yǐsì suì sānyuè wéi Jiànwēi cānjūn shǐ dū jīng Qiánxī ritten in the third month of the year I-ssu, when passing Ch’ien-ch’i, while on a mission to the capital, as Aide to the Establishing Majesty General / Passing through Qianxi on a Mission to the Capital as Aide-De-Camp to the General in the Third Month of the Year Yisi
37. 還舊居 Huán jiù jū Returning to my old home / Returning to my Old Home
38. 戊申歲六月中遇火 Wùshēn suì liùyuè zhōng yù huǒ Suffering a fire in the sixth month of the year Wu-wu / Experiencing a Fire in the Sixth Month of the Year Wushen
Slachtoffer van een brand in de Zesde Maand van het jaar moushen (408) (Idema)
39. 己酉歲九月九日 Jǐyǒu suì jiǔyuè jiǔ rì The ninth day of the ninth month of the year Chi-yu / The Ninth Day of the Ninth Month of the Year Jiyou
40. 庚戌歲九月中於西田穫早稻 Gēngxū suì jiǔyuè zhōng yú xītián huò zǎodào Harvesting the dry rice in the western field in the ninth month of the year Keng-hsü / Harvesting the Early Rice in the Western Field in the Ninth Month of the Year Genshu
Bij de oogst van vroege rijst op de westersawa's in de Negende Maand van het jaar gengxu (410) (Idema)
41. 丙辰歲八月中於下潠田舍穫 Bǐngchén suì bāyuè zhōng yú xià sùn tiánshè huò Harvesting on the farm at Hsia-sun in the eighth month of the year Ping-ch’en / Harvest at the Xiaxun Farm in the Eighth Month of the Year Bingchen
42. 飲酒二十首 Yǐnjiǔ èrshí shǒu (20 gedichten)Drinking wine / Drinking Wine
Uit Twintig gedichten bij het drinken van wijn (Idema I, II, IV, V, VII, VIII, XI, XIV,XVI, XX)
43. 止酒 Zhǐ jiǔ Stopping wine / On Stopping Drinking
44. 述酒 Shù jiǔ Telling of wine / A Talk about Drinking
45. 責子 Zé zǐ Reproving my sons / Reproaching my Sons
Een uitbrander voor mijn zoons (Idema)
46. 有會而作 Yǒu huì ér zuò Written when I had a perception / Reflections
47. 蜡日 Zhà rì The day of the Cha sacrifice / The Day of the Zha Sacrifice

Hoofdstuk 4: Gedichten met vijf syllaben is reeksen en of Lof

In dit hoofdstuk zijn er negen titels en eenenvijftig gedichten. Twee van de gedichten in "Linked Verse (56)" zijn van andere, onbekende maar genoemde, auteurs, waardoor er negenenveertig door Tao Yuanming zijn. De reekstitels variëren van drie tot dertien gedichten. De "Linked Verse (56)" zijn interessant omdat ze een andere kant van Tao tonen en ook als een vroeg voorbeeld van het genre van gekoppelde verzen. De opmerkingen van Pollack (1995) zijn waardevol, vooral over deze verzen en ook over het genre als geheel, dat later onder Han Yu in de Tang-dynastie bloeide.

De drie op zichzelf staande "In Praise (51-53)" [Lofgedichten] bevinden zich mogelijk in dit gedeelte omdat ze in een lossere zin een reeks vormen, doordat ze volgen op "Poetic Effusions on Impoverished Scholars (50)", die een vergelijkbaar algemeen onderwerp hebben. De gedichten in dit hoofdstuk verbreden onze kijk op Tao Yuanming aanzienlijk, aangezien hij een breed scala aan onderwerpen behandelt met verschillende benaderingen. (Trotter)

nr chin
48. 卷四 Juàn sì (9 gedichten) After an old poem / Imitations
Uit Negen navolgingen van oude gedichten (Idema, IV)
49. 雜詩 Zá shī (12 gedichten) Miscellaneous poems / Miscellaneous Poems
Uit Twaalf gedichten zonder titel (Idema, I, II, V)
50. 詠貧士 Yǒng pínshì (7 gedichten) Singing of poor scholars / Poetic Effusions on Impoverished Scholars
51. 詠二疏 Yǒng èr shū Singing of the Two Shus / In Praise of the Two Shus
52. 詠三良 Yǒng sān liáng Singing of the Three Good Men / In Praise of the Three Good Men
53. 詠荊軻 Yǒng Jīngkē Singing of Ching K’o / In Praise of Jing Ke
54. 讀《山海經》 Dú "Shānhǎi Jīng" (13 gedichten) Reading the Shan-hai-ching / Reading the Classic of Mountains and Seas
55. 擬挽歌辭 Nǐ wǎngē cí (3 gedichten) In imitation of burial songs / Imitations of Funeral Laments
Slepersliederen (Idema)
56. 聯句 Liánjù -- / Linked Verse Poem

[Davis heeft nr 56 niet, vanaf verspringt de nummering van Davis met die van Rotter; ik volg de nummering van Rotter]

5. The fu-gedichten

Er zijn drie fu-gedichten, allemaal vrij lang. De fu, of rapsodie, is een genre van een uitleggend rijmproza, meestal van grote lengte. Qua stijl heeft de fu variërende regellengtes, maakt gebruik van een uitgebreide woordenschat, alliteratie en losse parallellie.

Hoewel Tao Yuanming verschillende regellengtes gebruikte, zijn de meeste regels zes karakters lang. En omdat het vierde karakter vaak een verbindingswoord is, lijken de regels structureel op de gedichten met vijf syllaben. De drie fu-gedichten zijn divers: één is een klaaglied voor arme geleerden, één gaat over de vermeende liefde voor een vrouw, en de laatste gaat over zijn terugkeer naar huis.

Zijn “Returning Home (59)” is het opvallende gedicht hier, aangezien het, zoals in veel van zijn andere gedichten, Tao's pensionering presenteert. Het gedicht "Keeping the Passions in Check (58)" is ook interessant, omdat het Tao in een andere sfeer laat zien en gebruik maakt van slimme poëtische technieken. Toch zijn het vooral de "Returning Home"-gedichten die de meeste lezers aanspreken. Hightower's artikel uit 1954 biedt een uitstekende presentatie van de achtergrond en bronnen van deze fu, evenals vertalingen die hij later in zijn boek uit 1970 heeft herzien. (Trotter)

nr chin
57. 感士不遇賦(並序) Gǎn shì bù yù fù (bìng xù) Moved by scholars’ not meeting with good fortune / On Feeling Moved by Ill-Fated Scholars
58. 閑情賦并序(並序) Xián qíng fù bìng xù Quieting the affections / Keeping the Passions in Check
59. 歸去來兮辭·並序 Guī qù lái xī cí · bìng xù Return Home! / Returning Home!
Naar Huis! (Marijnissen) / Zang van de terugkeer naar huis (Idema)

6. Vertellingen over Geschiedenis en Biografie

Dit hoofdstuk bevat drie poëtische stukken bestaande uit elf gedichten, twee prozastukken en het beroemde “Peach Blossom Spring (60)”, dat, hoewel het gezien kan worden als een gedicht met een lange prozainleiding, tegenwoordig beter wordt beschouwd als een prozastuk dat eindigt met een gedicht, vooral omdat het prozastuk vaak zonder het gedicht wordt gepresenteerd. Ze worden hier gegroepeerd als geschiedenis in de algemene zin, als je biografie beschouwt als de geschiedenis van een individu. De meer historische stukken gaan over figuren uit het verleden die hij waardeerde, waaronder zijn grootvader van moederskant, Meng Jia, in Tao’s langste prozastuk. De gedichten "Peach Blossom Spring" en "In Praise of Shange and Qin (65)" hebben een regellengte van vijf karakters, terwijl de rest vier karakters bevat.

De “Peach Blossom Spring” had een enorme invloed op de dichters van de Tang-dynastie en inspireerde talrijke verzen over hetzelfde thema. Het is zeker een van zijn beste werken. “De Biografie van Meneer Vijf-Wilgen (62)”, een portret van de auteur zelf, werd ook bewonderd in de Tang en wordt in veel gedichten aangehaald. Tao Yuanming presenteert hier duidelijk een literaire persona aan ons, maar zonder in te gaan op de metafysica van het zelf, geeft het toch een zekere weerspiegeling van zijn werkelijke karakter en is het een aantrekkelijke weergave.

nr chin
60. 桃花源記 Táohuāyuán jì Peach-blossom Source / The Peach Blossom Spring
Verslag van de perzikbloesem (Marijnissen) / Perzikbloesembron (Idema)
61. 晉故徵西大將軍長史孟府君傳 Jìn gù zhēng xī dà jiāngjūn zhǎngshǐ Mèng fǔ jūn zhuàn Biography of the former Chief of Staff to the Chin Generalissimo for Subduing the West His Excellency Meng / Biography of His Excellency Meng, Assistant to the Jin General of the Western Expeditionary Army
62. 五柳先生傳 Wǔliǔ xiānshēng zhuàn Biography of the Gentleman of the Five Willows / The Biography of Mr. Five Willows
63. 讀史述九章 Dú shǐ shù jiǔ zhāng (9 gedichten) Written after reading history / Nine Poems after Reading the Shiji
64. 扇上畫贊 Shàn shàng huà zàn Appraisals for paintings upon a fan / In Praise of Paintings on a Fan
65. 尚長禽慶贊 Shàng zhǎng qín qìng zàn Appraisal of Shang Ch’ang and Ch’in Ch’ing / In Praise of Shang Zhang and Qin Qing

7. Offerstukken

Het eerste stuk, dat in proza is geschreven, is eigenlijk wat Davis (1984) een waarschuwingsstuk noemt, gericht aan zijn zonen. Het is interessant vanwege de autobiografische details die worden gegeven. De overige drie stukken gebruiken allemaal vier syllaben per regel, wat mogelijk de conservatieve aard van het genre weerspiegelt. Alle drie de stukken zijn interessant vanwege de details over zijn leven en, in de eerste twee, voor zijn overleden zus en neef, zijn gevoelens voor familie. Deze twee gedichten kunnen ook betrouwbaar worden gedateerd. “A Sacrificial Piece for Myself (69)” is een unieke benadering van deze vorm, aangezien het aan zichzelf is gericht. Dit zou inderdaad een van zijn laatst overgebleven gedichten kunnen zijn en een passend einde aan het boek. (Trotter)

nr chin
66. 與子儼等疏 Yǔ Zǐ Yǎn děng shū Tomy sons, Yen and the others / Advice to my Son Yan and his Brothers
67. 祭程氏妹文 Jì Chéng shì mèi wén In sacrifice for my sister Madame Ch’eng / A Sacrificial Piece for my Sister Cheng
68. 祭從弟敬遠文 Jì cóngdì Jìngyuǎn wén In sacrifice for my cousin Ching-yiian / A Sacrificial Piece for my Cousin Jingyuan
69. 自祭文 Zì jì wén In sacrifice for myself / A Sacrificial Piece for Myself
Lijkklacht voor mijzelf (Idema)

Davis heeft nog een extra gedicht: Funeral elegy for the summoned scholar T’ao by Yen
Yen-chih (384-456); en komt daarmee ook uit op 69 titels van gedichten. Het aantal gedichten ligt overigens hoger omdat een titel meerdere gedichten kan omvatten.

- Marijnissen, Sylvia (2012). Berg en water: Klassiek Chinese landschapsgedichten. De Arbeiderspers p37-54 (vijf titels met 11 gedichten)
- Idema, Wilt (1991). Spiegel van de klassieke Chinese poëzie. Meulenhoff. p213-232 (15 titels met 37 gedichten)

Alle gedichten in Engelse vertaling:
- Trotter, Earl (2022). Tao Yuanming: The Complete Works. Peach Blossom Press.
- Davis, A.R. (1983). T'ao Yüan-ming, (AD 365-427): his works and their meaning Vol 1 en Vol 2. Cambridge University Press.
- Porter (Red Pine), Bill (2023). Choosing to Be Simple: Collected Poems of Tao Yuanming.


Online informatie:

Wikipedia: The peach Blosum Spring (engels)


Literatuur en vertalingen

Hieronder kunt u een selectie maken van de verschillende publicatievormen en de taal. Ik beperk me tot vier taalgebieden (Nederlands, Engels, Frans en Duits). De meeste literatuur is overigens engelstalig. U kunt bij teksttype ook apart de vertalingen selecteren en U kunt desgewenst ook een specifieke auteur zoeken.

Boeken 1 tot 14 van de 14

Davis, A.R. (1983). T'ao Yüan-ming, (AD 365-427): his works and their meaning Vol 1 en Vol 2. Cambridge University Press.
herdruk 2009 reeks Cambridge studies in Chinese history, literature, and institutions
ISBN13: 978-0521253475
Ook online.

Meer informatie...

Hightower, James R. (1998). T'ao Ch'ien's 'Drinking Wine' Poems . In James R. Hightower, Studies in Chinese Poetry hst 1, pag. 3-36 *. Harvard University Press
origineel 1968

--- (1971). Allusion in The Poetry of T'ao Ch'ien. Harvard Journal of Asiatic Studies, Vol. 31, pag. 5-27. *.

Meer informatie...

--- (1970). The Poetry of T'ao Ch'ien. Clarendon Press. *

--- (1954). The Fu of T'ao Ch'ien. Harvard Journal of Asiatic Studies, Vol. 17-1/2, pag. 169-230. *.

Hinton, David (1993). The Selected Poems of T'ao Ch'ien. *
Ook online.

Meer informatie...

Idema, Wilt L. (1991). Spiegel van de klassieke Chinese poëzie. Meulenhoff. *
ISBN10: 9029044713

Meer informatie...

Jacob, Paul (1990). Œuvres complètes de Tao Yuanming. Gallimard.
ISBN13: 978-2070716814

Meer informatie...

Marijnissen, Sylvia (2012). Berg en water: Klassiek Chinese landschapsgedichten. De Arbeiderspers. *
ISBN13: 978-9029584128

Meer informatie...

Porter (Red Pine), Bill (2023). Choosing to Be Simple: Collected Poems of Tao Yuanming. Copper Canyon Pres.
ISBN13: 978-1556596728

Meer informatie...

Swartz, Wendy (2008). Reading Tao Yuanming: Shifting Paradigms of Historical Reception (427–1900). Harvard University Asia Center. *
ISBN13: 978-0674031845

Meer informatie...

Trotter, Earl (2022). Tao Yuanming: The Complete Works. Peach Blossom Press. *
ISBN13: 978-1778042218

Meer informatie...

Uguen-Lyon, Philippe (2022). Tao Yuanming Œuvres complètes. Les belles lettres.
ISBN13: 978-2251452500

Meer informatie...

Yan, Xu (2022). A Reinterpretation of Tao Yuanming’s Thirteen Poems from a Zhuangzian Perspective. Journal of Chinese Humanities, Vol. 7-3, pag. 218-257. *.
Ook online.

Meer informatie...

Boeken 1 tot 14 van de 14