Song Yu 宋玉 [Song Yü]

Song Yu 宋玉 [Song Yü] (319–298 v.Chr.)

Er is weinig betrouwbare informatie over Song Yu. In de Shiji vinden we in de biografie over Qu Yuan en Jia Yi een enkele opmerking over Song Yu:
“Na de dood van Qu Yuan waren er schrijvers zoals Song Yu, Tang Le (唐勒) en Jing Cuo (景差), die allen dol waren op retoriek en bekend stonden om hun rapsodies (fu). Ze imiteerden allemaal de stijl van Qu Yuan, die op een subtiele wijze bedekte kritiek kon uiten. Ze durfden evenwel niet zijn directe vermaningen aan de koning te gebruiken.” 1

Song Yu diende Koning Xiang van Chu (298-263 v.Chr.). Hij had geen belangrijke functie en componeerde voornamelijk voor het vermaak van de koning. De Jiu bian (九辯), die aan hem wordt toegeschreven, suggereert dat hij later uit het hof werd ontslagen.

David Hawkes concludeert: We kunnen op basis van anekdotes en fu dt er drie dingen zijn, die we voorlopig als historisch kunnen beschouwen
(i) Hij was een hoveling aan het hof van koning Xiang van Chu (regeerde 298-263 v.Chr.);
(ii) Hij was een getalenteerd en veelzijdig dichter was; en
(iii) Hij was een geestig man. (Hawkes 1985 p208)

Wilt L. Idema voegt daar nog aan toe: "Voor latere eeuwen was Song Yu het toonbeeld van de gevatte hoveling, en dat van de knappe man die elke vrouw het hoofd op hol kan brengen." (Idema 2021 69-70)

Aan Song Yu worden twee gedichten uit de Chuci toegeschreven.
In de 'Negen pleidooien' (Jiu bian - Chuci nr 8) drukt hij zijn eigen verdriet uit door te verwijzen naar het verval en de somberheid die de komst van de herfst vergezellen. De openingsregels van het eerste gedicht gaan als volgt

Ach, hoe droevig is het jaargetijde van de herfst!
Zo troosteloos!
    heesters en bomen verliezen hun blad en vergaan en verwelken.
Zo triest en kil!
   alsof je ver van huis vanaf een hoogte neerziet op een rivier,
     iemand die terugkeert uitzwaaiend.

(Vertaling Idema 2021 p94)

Dergelijke herfstklachten werden een belangrijk thema in de Chinese literatuur. Latere melancholische verzen verwijzen vaak naar deze regels uit de “Jiu bian.”

Het gedicht "Het noden van de ziel" (Zhao Hun, Chuci nr 9) wordt ook toegeschreven aan Song Yu, al zijn geleerden hierover verdeeld. Dit gedicht is geschreven voor een overleden koning van Chu door iemand die hem persoonlijk had gekend.
Williams en Hawkes vertalen de titel met "Summons to (of) the Soul", ofwel het terugroepen van de ziel. Direct na de constatering van de dood werd de ziel (Hun) van een overledene opgeroepen terug te keren naar het lichaam om van het leven te genieten. In het etiquetteboek Regels en Riten (Yi li 儀禮) wordt dit ritueel heel precies beschreven. 2

Song Yu wordt ook geroemd voor het creëren van beelden van mooie vrouwen. In de rapsodie "Master Dengtu the Lecher" (Dengtuzi haose fu) wordt de dochter van zijn buurman beschreven als iemand wiens charmante glimlach een hele stad zou kunnen betoveren.
In dit gedicht verdedigt Song Yu zich tegen de beschuldiging van ontucht. Deze rapsodie wordt gerekend tot het genre "de passies bedwingen" (ding qing). De dichter illustreert hierin zijn vermogen om de aantrekkingskracht van een verleidelijke en bereidwillige vrouw te weerstaan.
Later zou de dichter Sima Xiangru (179-117) in zijn fu 'Dicht van de schone vrouw' dit nog verder uitwerken 3

In het Dicht van de wind (Feng fu) wordt op allegorische wijze het bewind van een goede en een slechte vorst vergeleken.

De volgende twee 'godin- rapsodieën worden ook aan Song Yu toegeschreven: de
'Rhapsody on the Gaotang Shrine' (Gaotang fu) en het vervolg daarop de 'Rhapsody on the Goddess'. Paul Rouzer stelt dat deze twee rapsodieën niet los gezien kan worden van de eerder genoemde rapsodie 'Dicht van de wind' en 'Master Dengtu the Lecher'.

Alle vier rapsodieën richten zich op de dramatische figuur van Song Yu als hofdichter en bedrieger. De machtsrelaties tussen heerser en minister/hoveling krijgen hierin een nieuwe vorm, maar dan nu weergegeven in het erotische domein. (Rouzer 2001). De vier rapsodieën zijn opgenomen in de Wen Xuan.

De schoonheid vsn de vouw zoals die wordt beschreven in Rhapsody on the Goddess staat model voor het beroemde gedicht van Cao Zhi 曹植 (192–232), het Dicht van de godin van Luo (“Luoshen fu” 洛神賦). Een Nederlandse vertaling is te vinden in Idema 2021 p166-170.

Er is nog een setje gedichten toegeschreven aan Song Yu: de fu over grote woorden (Dayan fu) en de fu over kleine woorden (Xiaoyan fu). In een bijeenkomst met drie van zijn hovelingen daagt de koning hen, in de eerste fu, uit om te dichten over 'het grote'. De dichters overtreffen elkaar in de grootsheid van de macht van de koning, die reikt tot aan de hemel. Song Yu, een van de drie dichters, eindigt zijn bijdrage met: "Resting upon the earth, treading the sky, I am so constrained I cannot lift my head." [Rustend op de aarde, stappend in de lucht, voel ik me zo opgesloten dat ik mijn hoofd niet kan rechten."].
Song Yu wint dit poëtische gevecht door de volgende paradox te introduceren: de grootste “grote” is alleen te vinden door te zien wat ontbreekt— in andere woorden, het “kleine.” Daarom vereist het discours over het “grote” een discours over het “kleine.”
De koning geeft vervolgens de opdracht om over het kleine te dichten. Deze wedstrijd wordt, hoe kan het ook anders, ook gewonnen door Song Yu, waarna de koning hem een stuk land schenkt. In zijn bijdrage maakt Song Yu toespelingen op de Laozi en Zhuangzi. (Wang Ping 2012)

Overgeleverd werk van Song Yu

a 九辯 Jiǔ biàn Dit gedicht maakt deel uit van de Chuci (nr 8)
- Nine Changes I - IX (Hawkes 1959 p92-100)
- Nine Phases (Williams 2022 p15)
Negen pleidooien, nrs I, II en IX (Idema 2021, p94-96)
b 招魂 Zhāo hún Summons of the Soul (opgenomen in Chuci nr 9
- Summons to the Soul (Williams 2022 p87)
- Das 'Zurückrufen der Seele' (Erkes 1914)
Het noden van de ziel (Idema 2021, p96)
c. 風賦 Feng fu Rhapsody on the Wind (Knechtgens 1996 p7-13)
- The Man-Wind and the Woman-Wind (Waley 1941 p5-7)
Dicht van de wind (Idema 2021, p103-105)
d. 高唐賦 Gaotang fu Rhapsody on the Gaotang Shrine (Knechtgens 1996 vol III p325-339)
e. 神女賦 Shennü fu Rhapsody on the Goddess (Knechtgens 1996 p339-349)
- The Goddess (Rouzer 2001 p 60ev)
- Shen-Nü-Fu (Erkes 1928, vertaling)
f. 登徒子好色賦 Dengtuzi haose fu Fu on the lechery of Master Dengtu
- Master Tēng-t'u (Waley 1941 p7-8)
- The Rhyme-prose on Master Teng-t'u the Lecher (Knechtgens 1970 p86-88)
- Rhapsody on Master Dengtu the Lecher (Knechtgens 1996 p349-354)
- Master Dengtu the Lecher (Rouzer 2001 p53-58)
g. 大言賦 Dayan fu Fu on big words
- Fu of Magniloquence (Wang Ping 2012 p20-25)
h. 小言賦x Xiaoyan fu Fu on little words
- Fu of Diminiloquence (Wang Ping 2012 p20-25)
i. 笛賦 Di fu Fu on the flute)

© november 2024

Noten

1. Nienhauser: "After Qu Yuan had died, there were writers like Song Yu, Tang Le en Jing Cuo, all known for their fondness for writing and their rhapsodies. Though they modeled themselves on the style in which Qu Yuan naturally expressed veiled criticism, in the end none ventured to employ his straightforward admonitions" (Nienhauser 1994 The Grand Scribe'e Records volume VII p301, biografie 84)

Burton Watson vertaalt als volgt:
"After the death of Qu Yuan there were a number of his followers such as Song Yu, Tang Le, and Jing Cuo, who were fond of fine writing and won fame by their compositions in the rhyme-prose style. But although they all imitated Qu Yuan's actions and fine phrases, none of them dared to remonstrate openly with the king." (Watson 1971 Records of the Grand Historian of China vol I. p507-508)

2. De Yi Li in de vertaling van David hawkes 1985:
"A soul-summoner must take a suit of court robes formerly worn by the deceased, and having first pinned the coat and skirt together, he is to lay it over his left shoulder with the collar tucked into his belt, and in this manner, setting a ladder against the east end of the front eaves of the house, is to mount up on to the ridge of the roof, and there, facing northwards and stretching out the clothing, to call out three times in a loud voice, ‘Ho, Such a One! Come back!' * Then he is to hand the clothing down from the front eaves to another below, who is to receive it into a box and carry it therein into the house, entering by way of the eastern steps. And this other one, going into the room where the deceased lies, is to lay the clothing down upon the corpse. The summoner, meanwhile, is to descend from the roof by the west end of the rear eaves." (Hawkes 1985 p219)

* Andere vertalingen zoals die van Ying-Shih Yü geven "O Soul come back!". (Ying-Shih Yü 1987 "O Soul, Come Back!" A Study in The Changing Conceptions of The Soul and Afterlife in Pre-Buddhist China, Harvard Journal of Asiatic Studies Vol. 47, No. 2 (Dec., 1987), pp. 363-395)

3. Een Nederlandse vertaling van dit gedicht is te vinden in Idema 2021, p115-117 en een Engelse vertaling met uitleg staat Rouzer 2001, p49-53.
- Wikipedia: Song Yu (engels)

Literatuur

Boeken 1 tot 7 van de 7

Erkes, Eduard (1935). Sung Yü's Chiu-pien: Text, Übersetzung und Erläuterungen. T'Oung Pao, Vol. 31-3/5, pag. 363-408. *.

--- (1928). Shen-Nü-Fu: The Song of the Goddess. T'Oung Pao, Vol. 25-5, pag. 387-402. *.

--- (1914). Das 'Zurückrufen der Seele' (Chao-Hun) des Sung Yüh: Text Übersetzung und Erläuterung. *
Ook online.

Knechtgens, David R. (1970). Wit, Humor, and Satire in Early Chinese Literature. Monumenta Serica, Vol. 29, pag. 79-98. *.

Rouzer, Paul (2001). Articulated Ladies Gender and the Male Community in Early Chinese Texts. Harvard University Press.

Meer informatie...

Wang, Ping (2012). The Age of Courtly Writing: Wen xuan Compiler Xiao Tong (501-531) and His Circle. *
ISBN13: 978-9004225220

Meer informatie...

Williams, Nicholas Morrow (2022). Translating Song Yu’s Jiu Bian: Phases of Appreciative Perception .

Meer informatie...

Boeken 1 tot 7 van de 7