start > Zhuangzi > verdieping > notitie

Yangisten -zorg voor zichzelf

werk in ontwikkeling

Van Yang Zhu [Yang Chu] weten we weinig. Hij legde in de 4e eeuw v. Chr. Er zijn geen werken overgeleverd. Informatie komt van een handvol anekdotes en uitspraken in onder anderen de Mencius, de Han Feizi, de Huainanzi en de Zhuangzi. Een andere latere bron is de Liezi met het hoofdstuk Yang Chu. Dit hoofdstuk heeft volgens Karel ander Leeuw vermoedelijk weinig te maken met de opvattingen van Yang Zhu (Karel van der leeuw 2019 p389). Jan De Meyer neemt een meer genuanceerd standpunt in. (De Meyer 2008 p40-42)

Graham stelt dat een vijftal hoofdstukken uit de Lüshi Chunqiu en vier hoofdstukken uit de Zhuangzi (hst 28-31) toegerekend kunnen worden aan de volgelingen van Yang Tzu, de yangisten.1

A. Citaten uit de brontekst

Zhuangzi Hst 28-II Koning Dan eerbiedigt het leven

Zhuangzi Hoofdstuk 28 paragraaf II pag. 364-365

Toen de grote koning en voorvader Dan nog in Bin woonde, werd hij door het Di-volk aangevallen. Hij gaf hun huiden en zijden stoffen ten geschenke, maar die wilden ze niet. Hij presenteerde hun honden en paarden, maar die weigerden ze ook. Toen gaf hij hun parels en jade, en ook dat werd afgewezen. Wat het Di-volk wilde, dat was land.

Toen zei de grote koning en voorvader Dan: ‘Met de oudere broers samenwonen om de jongere broers te laten sterven, of met de vaders samenwonen om de zonen te laten sterven, dat alles kan ik niet verdragen. Mijn kinderen! Pas allen goed op en blijf waar jullie zijn. Of jullie nu de onderdanen van mij zijn of van het Divolk, wat maakt dat uit? Ik heb geleerd dat men niet vanwege datgene waaruit men zijn voedsel betrekt, degenen die erdoor gevoed worden mag schaden.’ Daarop nam hij zijn staf en zijn zweep en vertrok. Zijn volk volgde hem in een lange stoet. Ten slotte stichtte hij een nieuw koninkrijk aan de voet van de Qi-berg.

Van deze grote koning en voorvader Dan mag werkelijk gezegd worden dat hij het verstond het leven te eerbiedigen. Zij die zo zijn, ook al zijn ze van adel en vermogend, dan laten ze toch niet door hun voeding hun gezondheid bederven. En mochten ze arm en onaanzienlijk zijn, dan gaan ze toch niet hun lichaam vermoeien om er beter op te worden. De mensen van vandaag, als ze een hoog ambt bekleden en een eerwaardige positie hebben verkregen, dan maken ze zich allemaal zorgen dat ze het gaan verliezen, en zodra ze iets zien dat hun voordeel brengen kan, ruïneren ze lichtvaardig hun gezondheid. Wat een waanzin!

Deze tekst is ook te vinden in Lüshi Chunqiu hst 21/4.2

Zhuangzi: fragmenten uit de 'yangist' hoofdstukken

Zhuangzi Hoofdstuk 31 De oud visser, paragraaf I pag. 398-405
Confucius krijgt onderwijs van de oude visser
(...)
En nu ga je je verdiepen in de kwestie van medemenselijkheid en gerechtigheid, je buigt je over het probleem van wat hetzelfde is en wat niet, je observeert de mutatie van beweging naar stilstand, je bepaalt de regels van ontvangen en geven, redeneert over de omstandigheden van liefde en haatgevoelens, bepaalt de mate van vreugde en toorn… hoe dacht je daar ongeschonden vanaf te komen? Je zou je van deze boeien kunnen bevrijden door ijverig jezelf te cultiveren, voorzichtig te bewaren wat waarachtig is en alle uiterlijke dingen aan anderen over te laten. Maar nu, zonder jezelf te cultiveren, ben je van de anderen afhankelijk! Ben je er dan niet ver naast?’

‘Mag ik u vragen wat u met “waarachtigheid” bedoelt?’ vroeg Confucius.
‘Waarachtigheid is de allerhoogste vorm van zuivere gerechtigheid. Zonder zuiverheid, zonder gerechtigheid, kan men de anderen niet beïnvloeden. Daarom zal onnatuurlijk huilen als rouwbetoon geen werkelijk medeleven opwekken, geforceerde verontwaardiging om strengheid te tonen geen indruk maken, gekunstelde genegenheid, ook al wordt er nog zo gelachen, geen werkelijke band scheppen. Echte rouw wekt ook zonder stemgeluid medelijden; werkelijke verontwaardiging hoeft zich niet te uiten om indruk te maken, ware affectie kan ook zonder lachen een band vormen. (Schipper p 403)
(..)
Riten behoren tot de zeden van de wereld, maar de waarachtigheid is iets dat ons door de hemel geschonken wordt. Het is zoals het is, en kan niet veranderd worden. Daarom neemt de heilige mens de hemel als voorbeeld, en prijst hij de waarachtigheid. Hij laat zich niet door de zeden belemmeren. De domme mensen doen juist het tegenovergestelde. Ze zijn niet in staat het voorbeeld van de hemel te volgen, maar maken zich alleen zorgen over wat anderen wel vinden. Ze hebben geen idee van de waarde van waarachtigheid, maar veranderen steeds naar gelang de zeden van de wereld, en zo is het nooit genoeg. Helaas! (Schipper p 404)

----

Zhuangzi hoofdstuk 29-I Rover Voetpad
Rover voetpad leert Confucius een lesje
Nu zal ik je eens iets vertellen over de menselijke conditie: onze ogen zien graag mooie dingen, onze oren horen graag mooie muziek, onze mond wil graag van alles proeven, en we willen graag dat onze wensen in vervulling gaan. Zij die het langste leven beschoren zijn worden honderd jaar, een middelmatig lang leven is tachtig, en de laagste graad zestig. Trek je alle tijd van ziekte, rouw, zorgen en verdriet eraf, dan blijven er per maand niet meer dan vier of vijf dagen over waarop je eens lekker kunt lachen. Hemel en aarde zijn oneindig, maar voor ieder mens komt een tijd van sterven. Neem dit tijdelijke samenraapsel en plaats het te midden van de oneindigheid, en het gaat als een flits voorbij, als een galopperend paard dat men door een spleet in de muur ziet voorbijkomen. Wie niet zijn wensen en zinnen kan bevredigen, wie zich niet toelegt op het behalen van een hoge ouderdom*, die heeft volstrekt niets van de Tao begrepen.

Alles wat je hebt gezegd komt overeen met wat ik verwerp. Vooruit! Ga naar huis! Zeg niets meer! Die Tao van jou is om gek van te worden, niets dan bedrog en huichelarij, nooit kun je daar je ware integriteit** in vinden. Wat heeft het nog voor waarde om daar verder over te discussiëren!’ (Schipper p384-385)

* 養其壽 shòu (old age, long live, lifespan)
** 全真 - quán zhēn (maintain, keep whole or intact - real, true, genuine)

--- Hoofdstuk 28-V
De heer van Lu wil geschenken sturen naar Yan He, een leerling van Confucius. Toen Yan He dat hoorde was hij nergens meer te vinden.
Zo zie je dat mensen zoals Yan he echt een hekel hebben aan positie en aan geld.
(...)
En daarom kan men zeggen dat de ware Tao is op je gezondheid passen; wat er dan nog aan energie overschiet mag wel gebruikt worden voor je eigen land, en je uitwerpselen zijn er om het rijk mee te regeren.
(...)
Als de heilige mens iets onderneemt, dan kun je er zeker van zijn dat hij eerst goed onderzoekt waar het toe leidt en waar het om is. Als er vandaag lieden zouden zijn die parels van de markies van Sui als kogels voor hun kruisboog gebruiken om er mussen mee te gaan schieten, dan zouden ze beslist worden uitgelachen. De reden daarvoor is dat wat ze gebruiken veel waard is en wat ze ermee hopen te verkrijgen heel weinig. En het leven, is dat niet nog veel meer waard dan de parels van de markies van Sui?

----

Zhuangzi hst 28-IV
Han en Wei waren in oorlog vanwege een stuk grondgebied. Meester Zihua ging bij markies Zhaoxi van Han op bezoek. Deze laatste had een droevige uitdrukking op zijn gezicht.

Meester Zihua vroeg: ‘Stel u voor dat de bevolking van de wereld u een document schrijft en u dat voorlegt, waarop staat: “Pak dit met de linkerhand, dan zult u uw rechterhand verliezen. Pak dit met de rechterhand, dan zult u uw linkerhand verliezen. Nochtans, zodra u het pakt, dan verkrijgt u de regering van het gehele rijk.” Zou u het dan heus oppakken?’

‘Nee!’ zei markies Zhaoxi. ‘Dan zou ik het niet oppakken.’

‘Uitmuntend!’ zei Meester Zihua. ‘Zo zie je dat uw twee handen voor u belangrijker zijn dan het rijk te bezitten. En uw hele lichaam is natuurlijk nog belangrijker. De staat van Han is heel wat minder belangrijk dan het gehele rijk. En het grondgebied waarover jullie aan het oorlog voeren zijn is veel minder belangrijk dan de hele staat van Han. En toch doet u afbreuk aan uw gezondheid en bederft u zich het leven vanwege de bezorgdheid dat u het niet in uw bezit kunt krijgen!’

‘Goed gesproken!’ zei Zhaoxi. ‘Ik heb al een menigte raadgevingen gehad, maar nog nimmer hoorde ik woorden zoals deze.’

Men mag zeggen dat Meester Zihua het verschil kende tussen wat belangrijk is en wat niet. (vertaling Kristofer Schipper 2007 p366)

Xunzi: citaten Yang Zhu

Hst 11 王霸篇 Wangba - The True King and the Hegemon
Yang Zhu wept upon coming to a point where the road divided. He said, “Is this not (405) a case where one may take a half step wrong only to discover later that one has gone astray by a thousand li?” So he wept sadly. This matter [of choosing ministers] is also exactly the point that divides honor and disgrace, safety and danger, and survival and destruction. There is more that is worthy of sorrow in this than in a mere divided road. Alas! How sad! (410) For a thousand years the lords of men have not discovered this. (Hutton 2014 p109)

Vertaling Knoblock 1990 Hst 11.7d
As Yang Zhu once lamented at a crossroads: if a man makes an error of half a step in the wrong direction, when he awakes to the fact, he will have made a blunder of a thousand li.
This is why Yang Zhu wept bitterly. This similarly is the crossroads of honor and shame, of security and danger, of survival and destruction for the self. It constitutes the crossroads where a decision could be made that might prove even more lamentable. Alas, is it not pitiable indeed that the rulers of men have never awakened to this fact in the last thousand years? (Knoblock Xunzi vol II 1990 p161)

Zie ook Huainanzi hst 17.229.

Mencius: citaten Yang Zhu

hoofdstuk 3B9 p142
Na de dood van Yao en Shun raakte de weg van de wijzen in verval (p141) (...) Sindsdien zijn geen wijze koningen opgetreden. De leenvorsten doen wat ze willen, ambteloze geleerden kletsen maar raak. De wereld is vol van de woorden van Yang Zhu em Mo Di [Mozi]. De in omloop zijnde opvattingen stammen ofwel van Yang, ofwel van Mo. Yang's school propageert ieder voor zich, dat wil zeggen de vorst verwaarlozen. Mo's school propageert liefde voor allen, dat betekent zijn vader verwaarlozen. Als men zijn vader en zijn vorst verwaarloost dan is men als de wilde dieren. (..) Als de weg van Yang en Mo niet wordt gestopt en de weg van Confucius niet wordt uitgedragen, dan zullen valse opvattingen het volk misleiden en menselijkheid en plichtsbetrachting zullen geen weg meer vinden. (..) Ik maak mij daarover bezorgd. Ik bewaar de weg van de wijzen van vroeger, ik verzet mij tegen Yang en Mo en ik bestrijd verderfelijke praatjes. (..) (vertaling Karel van der Leeuw 2008, Mencius)

----
4B26c p162

----
7A26 p222
Mencius zei: "Yangzi koos voor zichzelf; een haar uittrekken om daarmee het rijk voordeel te brengen, dat zou hij niet doen. Mozi houdt gelijkelijk rekening met allen; hij zou zijn hele lichaam kaal wrijven om het rijk voordeel te brengen. Zi Mo houdt zich aan het midden. Zich aan het midden houden zonder afweging is als
vasthouden aan een uiterste. Wat ík haat aan vasthouden aan een uiteinde is de schade die het doet aan de weg. Het verheft er een en verwaarloost er honderd." (vertaling Karel van der Leeuw 2008, Mencius)

-----
7B26 p234
Mencius zei: "Degenen die de mohisten ontvluchten komen zeker terecht bij Yang [Zhu], degenen die de yangisten ontvluchten komen zeker bij de Ru [= confucianisten]. Men moet ze dus eenvoudig verwelkomen. Degenen die heden ten dage redetwisten met de mohisten en de yangisten gedragen zich alsof ze een ontkomen varken achtervolgen. Als ze de omheining zijn binnengebracht gaan ze ze verder ook nog vastbinden.' (vertaling Karel van der Leeuw 2008, Mencius)

Lüshi Chunqiu: fragmenten uit de 'yangist' hoofdstukken

Hst 1/2, 1/3, 2/2, 2/3, 21/4 worden door Graham toegeschreven aan de yangisten
(Chen Qiyou in Knoblock p693 schrijft deze hst als volgt toe: 1/2, 1/3: yin-yang school; 2/2, 2/3 21/4: master Huazi branch van de yin-yang school)
Yang Zhu p433, p717=noot bij hst 4/2.2, p738=noot bij 20/1.1, p739=noot bij hst 22/3.1

fragmenten hst 1/2
(...) Heaven is what first engenders life in things; Man is what fulfills that life by nurturing it. The person who is capable of nurturing the life that Heaven has created without doing violence to it is called the Son of Heaven. The purpose of all the Son of Heaven's activity is to keep intact the life Heaven originally engendered. This is the origin of the offices of government. The purpose of establishing them was to keep life intact (全生 quán shēng)
(...)
Although the true nature of water is to be clear, dirt will disturb this nature, and this is why it does not stay clear. Although it is the true nature of man to live to an old age, material things disturb this nature, and this is why people do not achieve longevity. Material things should be used to nurture our natures; we should not use our own natures to nurture them. That today most deluded men use their own natures to nurture material things shows that they do not understand insignificance and importance. (1/2.2)
(...)
This explains why the sages chose only the kinds of music, color and food that benefit life and rejected those that are harmful to life. For these reasons, the sages selected those sounds, colors, and flavors that would benefit our natures, and they rejected what might harm them. This is the Dao that keeps our natures intact. (1/2.3)
(...)
Thus, in regulating the myriad material things the sages used them to keep intact the endowment Heaven gave them. When a person's natural endowment is kept intact, the spirit is harmonious, the eyes clear, the ears acute, the nose keen, the mouth perceptive, and the 360 joints of the body move smoothly.(1/2.4)

Liezi fragmenten hst Yang Zhu

Hst 7 paragraaf XI en XII
Yang Zhu zei: ‘Bocheng Zigao zou nog geen donshaartje hebben aangewend om andere wezens voordeel te brengen*: hij liet het rijk voor wat het was en ging als kluizenaar ploegen. De Grote Yu wendde zijn eigen persoon niet aan om zichzelf voordeel te brengen: zijn lijf werd aan één kant als verdroogd hout. Als de mensen van de oudheid het hele rijk voordeel hadden kunnen brengen door één donshaartje af te staan, dan hadden ze het niet gegeven. En mocht het hele rijk aan hun ene persoon aangeboden zijn, dan hadden ze het niet aangenomen. Als niemand, maar dan ook niemand één donshaartje afstaat, en als niemand, maar dan ook niemand het rijk voordeel brengt, dan is het rijk goed bestuurd!’

Meester Qin vroeg aan Yang Zhu: ‘Stel dat je de hele wereld zou kunnen helpen door je te ontdoen van één enkel haartje op je lichaam, zou u het doen?’
‘De wereld kan beslist niet geholpen worden door één enkel haartje,’ antwoordde Meester Yang.
Meester Qin vroeg: ‘Maar stel dat hij wel degelijk geholpen zou kunnen worden, zou je het dan doen?’
Meester Yang antwoordde niet.
Meester Qin ging naar buiten en vertelde het aan Mengsun Yang, waarop deze zei: ‘U begrijpt niet wat de meester bedoelt. Sta me toe het uit te leggen. Stel dat iemand uw vlees en huid verwondt, en u krijgt daar tienduizend goudstukken voor, zou u dat doen?’
‘Ik zou het doen.’
Waarop Mengsun Yang vroeg: ‘En als u een heel land zou krijgen door een lidmaat te laten afhakken, zou u het doen?’
Meester Qin bleef een tijdlang stil.
Mengsun Yang zei: ‘Het is overduidelijk dat één enkel haartje veel nietiger is dan vlees en huid, en dat vlees en huid nietiger zijn dan een lidmaat. Maar vele haren samen zijn even belangrijk als vlees en huid, en veel vlees en huid samen zijn even belangrijk als een lidmaat. Een enkel haartje is nu eenmaal een van de tienduizend onderdelen van het lichaam; waarom het dan geringschatten?’
‘Ik kan u daar geen antwoord op geven,’ zei Meester Qin. ‘Maar dit weet ik wel: als u uw woorden voorlegt aan Oude Langoor of Yin van de Bergpas, dan zullen uw woorden daar in goede aarde vallen; en als ik mijn woorden voorleg aan de Grote Yu of Mo Di, dan zullen mijn woorden daar in goede aarde vallen.’
Daarop wendde Mengsun Yang zich naar zijn discipelen en praatte over iets anders. (vertaling Jan De Meyer, 2008 Liezi p185-186)

* Noot Jan de Meyer: Een alternatieve vertaling is: Bocheng Zigao zou nog geen donshaartje hebben aangewend om profijt te halen uit andere wezens.

Vertaling Graham:

Yang Chu said:
Po-ch'eng Tzu-kao would not benefit others at the cost of one hair*; he renounced his state and retired to plough the fields. The Great Yü did not keep even his body for his own benefit; he worked to drain the Flood until one side of him was paralysed. A man of ancient times, if he could have benefited the Empire by the loss of one hair, would not have given it; and if everything in the Empire had been offered to him alone, would not have taken it. When no one would lose a hair, and no one would benefit the Empire, the Empire was in good order.'

Ch'in Ku-Ii asked Yang Chu:
If you could help the whole world by sacrificing one hair of your body, would you do it?'
‘The world certainly will not be helped by one hair.'
'But supposing it did help, would you do it?'
Yang Chu did not answer him. When Ch'in Ku-li came out he told Meng Sun-yang, who said:
'You do not understand what is in my Master's mind. Let me explain. If you could win ten thousand pieces of gold by injuring your skin and flesh, would you do it?'
'I would.'
'If you could gain a kingdom by cutting off one limb at the joint, would you do it?'
Ch'in Ku-li was silent for a while. Meng Sun-yang continued:
'It is clear that one hair is a trifle compared with skin and flesh, and skin and flesh compared with one joint. However, enough hairs are worth as much as skin and flesh, enough skin and flesh as much as one joint. You cannot deny that one hair has its place among the myriad parts of the body; how can one treat it lightly?
Ch'in Ku-li said:
'I do not know how to answer you. I can only say that if you were to question Lao-tzu and Kuan-yin about your opinion they would agree with you, and if I were to question the Great Yu and Mo-tzu about mine they would agree with me.’
Meng Sun-yang thereupon turned to his disciples and changed the subject.

* Graham stelt in een voetnoot dat deze passage verdraaid is en dat deze gelezen moet worden als:
Po-ch'eng Tzu-kao would not accept any external benefit at the cost of one hair

Huainanzi: citaten Yang Zhu

Huainanzi hst 13. 9:
Singing to stringed instruments and dancing to drums so as make music; turning, bestowing, diminishing, yielding so as to practice the rites; having lavish burials and lengthy mourning so as to send off the dead:
These were established by Confucius, but Mozi opposed them.
Universal love, honoring the worthy, esteeming ghosts, opposing fatalism:
These were established by Mozi, but Yangzi opposed them.
Keeping your nature intact, protecting your authenticity, not allowing things to entangle your form*:
These were established by Yangzi, but Mencius opposed them. (vertaling Major 2010 p 500-501)

* 全性 Quanxing - 保真 Baozhen - 不以物累形 Buyiwuleixing

Graham:
Keeping one's nature intact, protecting one's genuineness, and not letting the body be tied by other things - these Yang Zhu advocated but Mencius condemned (Graham Disputers p54)

------

Huainanzi 17.229
Yang Zhu came to a fork in the road and shed tears because he could go either south or north.
Mo Di saw raw silk and wept because it could be dyed either black or yellow. (vertaling Major 2010)

Zie ook Xunzi hst 11 王霸篇 Wangba - The True King and the Hegemon.

-------
Huainanzi 2.7
...when viewed from the perspective of their difference, [things as close as] the hepatic and choleric orbs can be as different as Hu [northern “barbarians”] and Yue [southern “barbarians”]. When viewed from the perspective of their similarities, the myriad things are a single set.
The Hundred Traditions have different theories, and each has its own origins. For example, the relationship of Mo[zi], Yang [Zhu], Shen [Buhai], and [Lord] Shang to the Way of Governing is like that of an individual [umbrella] rib to the whole canopy and like that of an individual spoke to the whole chariot wheel. If you have any one of them, you can complete the number; if you are missing any one of them, it will not affect the utility [of the whole]. Each one thought that he alone had a monopoly [on true governing]; he did not understand the genuine disposition of Heaven and Earth. (vertaling Major 2010)

Han Feizi: citaten Yang Tzu

Boek 19 顯學 Xianxue - Eminence in learning (hst 50)
Now suppose there is a man who on principle refuses to enter a city that is in danger, to take part in a military campaign, or in fact to change so much as a hair of his shin, though it might bring the greatest benefit to the world.* The rulers of the time are sure to honor him, admiring his wisdom, praising his conduct, and regarding him as a man who despises material things and values his life.

Now the ruler hands out good fields and large houses and offers titles and stipends in order to encourage the people to risk their lives in his service. But if he honors and praises a man who despises material things and values life above everything else, and at the same time expects the people to risk their lives and serve him to the death, he will be disappointed. (vertaling Burton Watson 2003, Han Feizi, Basic writings p 122)
* verwijzing naar de volgers van Yang Zhu

Vertaling W.K. Liao:
Now suppose there is a man, who, holding fast to his self-righteous principle, would not enter any city that was in danger, would not stay in military camps, and would not exchange a hair from his shin for any great profit in All-under Heaven. Then be sure the sovereign of this age will respect him therefor, honouring his wisdom, exalting his conduct, and regarding him as a gentleman despising material trifles and esteeming meaningful life. Indeed, the reason that the superior lines up good fields and large houses and establishes ranks and bounties, is to make people exert their strength to the point of death. Yet as long as the superior honours the gentlemen who despise material trifles and esteem meaningful life, it is impossible to expect the people to sacrifice their lives for his royal cause. (vertaling W.K. Liao)
cursivering is van mij.

Vertaling Graham:
Now take the case of a man who considers it his duty not to enter a threatened city or serve in the army, who would not exchange one hair of his shank for a benefit as great as the Empire itself. The rulers of the age will certainly in consequence pay him courtesy, honour his wisdom and exalt his conduct, and consider him a man who treats outside things as less important than life.
The reason why a prince offers good lands and great mansions and provides high rank and salary is because in exchange for them men will fight to the death for him. Now if a prince honours men who treat outside things as less important than life, he cannot expect people to go out and die for him, and think it
important to give their lives in the service of their prince. (Graham 1959, p259, cursivering is van mij)

Graham geeft als commentaar bij de laatste zinssnede van de door mij gecursiveerde passage: Here it is clear that it means ' for a benefit as great as (ruling) the Empire ', or perhaps ' for the greatest benefit in the Empire', certainly not ' for a great benefit to the Empire '.
----
Boek 7 說林上 Shuolin 1 - Collected Persuasions, The Upper Series (hst 22)
Once Yang Tzŭ passed through Sung and stayed in an inn. The inn had two waitresses. The ugly one of them was esteemed but the beautiful one was despised. Therefore Yang Tzŭ asked the reason. In reply the old inn-keeper said: "The beautiful one thinks so much of her own beauty, but I never notice her being so beautiful. The ugly one is so conscious of her own ugliness, but I never notice her being so ugly." Thereupon Yang Tzŭ said to his disciples: "Who practises worthiness and abandons the aptitude for self-esteem, would be praised wherever he goes." (vertaling W.K. Liao 1939 The Complete works of Han Fei Tzŭ, volume I) online

Deze paragraaf is gelijk aan die van de Zhuangzi hoofdstuk 20-IX

----
Boek 18 47 八說 Bashuo - Eight fallacies (hst 47)
What can be understood only by clear-sighted scholars should not be made an order, because the people are not all clear-sighted. What can be practised only by wise men should not be made a law, because the people are not all wise. Yang Chu and Mo Ti were regarded as clear-sighted by Allunder-Heaven. Though their teachings have alleviated the chaos of the world, yet they have not brought the world into order. However enlightened, the creeds should not be promulgated as decrees by any governmental organ. (vertaling W.K. Liao 1939 The Complete works of Han Fei Tzŭ, volume II, p 250)

Fayan: citaten Yang Zhu

Fayan 2.19-20
Only after a raging thunderstorm or driving rain does a person fully appreciate the shelter afforded by a great house. Similarly, only after an oppressive rule or a tyrannical reign does he fully appreciate the protection afforded by the sages’ sheltering walls. Of old, Yang Zhu and Mo Di blocked the road, and Mencius spoke up in order to clear the road, in this displaying true greatness. Later there came others who blocked the road. I compare myself to Mencius (Nylan p35)

Fayan 8.28
Zhuangzi and Yang Zhu exhibited a complete lack of control, and they upheld no models. Mozi and Yanzi urged frugality, but they rejected ritual. Shen Buhai and Han Fei were too clever for their own good and not particularly edifying. And with Zou Yan, you have fantastic accounts that are simply not credible. (Nylan p135)

Zhuangzi: citaten yangisten

De volgende hoofdstukken bevatten fragmenten over Yang Zhu: hst7-IV p126, hst8-I p136, hst 10-I p149, 150, hst 12-XV p184, hst 20-IX p267 (ook in Liezi hst 2-XVI), hst 27-VII p361-362 (ook in Liezi 2-XV),
Fragmenten over yangisten komen voor in hst24-V p318 2x

hst8-I p136,
Komt dat niet neer op met haarkloverijen nutteloze redeneringen voort te brengen? Dat was het geval met Yang Zhu en Mo Di.

hst 10-I p149, 150,
Verwerp het gedrag van Zeng Shen en Shi Qiu, vergrendel de monden van Yang Zhu en Mo Di, gooi menslievendheid en gerechtigheid overboord, en in de hele wereld zal de deugdzaamheid opnieuw het fundamentele gemeengoed worden.
(...)
Wanneer de mensen hun eigen deugdzaamheid hebben, dan zal er niets meer in de wereld zijn dat hen zal verpesten. Want Zeng Shen, Shi Qiu, Yang Zhu, Mo Di, muziekmeester Kuang, ambachtsman Chui en Li Zhu, die vestigden hun deugdzaamheid allemaal in het uiterlijke. Zij zijn degenen die de wereld verblind hebben.

hst 12-XV p184
Deze vijf categorieën van dingen doen alle schade aan het leven. En dat terwijl filosofen als Yang Zhu en Mo Di trots rondlopen, en zelf vinden dat ze voor het eerst een oplossing hebben gevonden! Maar ik zou dat niet een oplossing willen noemen als deze oplossing erin bestaat dat alles nog moeilijker wordt.

hst 24-V p318 2x
Zhuang Zi: ‘In dat geval, welke van de vier scholen, de confucianisten, de mohisten, de yangisten en de bingisten — en met uzelf {Hui zi} , meester, erbij, zijn het er vijf — heeft nu uiteindelijk gelijk?
(...)
Hui Zi: ‘Vandaag waren de confucianisten, de mohisten, de yangisten en de bingisten met me aan het disputeren. We bestreden elkaar met argumenten, en legden elkaar het zwijgen op door harder te schreeuwen, maar tot nu toe heeft geen van hen mij in het ongelijk gesteld. Hoe kun je mij met hen vergelijken?’

hst 20-IX
Yang Zi ging eens op reis naar Song, en overnachtte in een herberg. De herbergier had twee bijzitten. De ene was mooi, de andere lelijk, maar de lelijke stond meer in aanzien dan de mooie. Toen Yang Zi naar de reden hiervan vroeg, zei het zoontje van de waard: ‘Die mooie vindt zichzelf zo mooi dat we er niets moois meer aan vinden, en de lelijke vindt zichzelf zo lelijk dat we er niets lelijks meer aan vinden!’
‘Vergeet dit niet, mijn discipelen!’ riep Yang Zi uit. ‘Zolang jullie deugdzaam handelen maar je ontdoet van de gedachte dat jullie deugdzaam zijn, zullen jullie waar dan ook steeds geliefd zijn!’

Han Feizi boek 7 hst XXII heeft een vergelijkbare tekst. Deze paragraaf is ook opgenomen in de Liezi hst 2-XVI (p92 Jan de Meyer).

B.Notitie

Mencius en Yang Zhu

Yang Zhu is waarschijnlijk het meest bekend vanwege de kritiek van Mencius op zijn filosofie. In hoofdstuk 7A26 lezen we het volgende. Mencius zei: "Yangzi koos voor zichzelf; een haar uittrekken om daarmee het rijk voordeel te brengen, dat zou hij niet doen.
In dit hoofdstuk plaatst Mencius Yang Zhu tegenover Mozi. Die zou zijn hele lichaam kaal wrijven om het rijk voordeel te brengen. Mencius creëert hiermee een tegenstelling tussen Yang Zhu enerzijds en Mozi anderzijds, waarna hij tussen deze extremen het redelijke midden kon bezetten. Hij doet dat ook in hoofdstuk 3B9: "Yang's school propageert ieder voor zich, dat wil zeggen de vorst verwaarlozen. Mo's school propageert liefde voor allen, dat betekent zijn vader verwaarlozen. Als men zijn vader en zijn vorst verwaarloost dan is men als de wilde dieren ."
Arthur Waley merkt, met de nodige ironie, op dat het verwijt van wilde dieren enige waarheid bevat en dat het mogelijk waar is dat 'animals spend their time perfecting themselves spiritually' 2

Karel van der Leeuw signaleert dat Yang Zhu hier door Mencius wordt afgeschilderd als een grenzeloze egoïst. Waarschijnlijker is dat Yang Zhu voor alles de integriteit van het eigen lichaam propageerde en zich geen haar zou uittrekken om het rijk te verwerven. (Karel van der Leeuw 2008, Mencius p222). Voor Yang Zhu ging de integriteit van het eigen lichaam, de zorg voor de eigen xing 'natuur' voor alles. Hij was een pionier van de zorg voor een goede gezondheid en een lang leven, en dus een verre voorvader van de taoïstische onsterfelijkheidscultus (Karel van der Leeuw 2019 Chinese filosofie, p98).
In zijn boek het Chinese denken geeft Karel van der Leeuw de volgende typering: Yang Chu wilde het leven en lichaam intact houden en was een voorloper van de latere taoïstische theorieën van het 'voeden van het leven'. Daaraan gekoppeld was de opvatting dat men zich bij zijn wensen en ambities tot het wezenlijke diende te beperken. (De leeuw 1994 p 63) De Leeuw rekent Yang Zhu tot het antiek taoïsme samen met Liezi, Laozi en Zhuangzi (idem p 388).

De filosofie van Yang Zhu

In de Huainanzi (hst 13.9) worden de diverse stromingen naast elkaar gezet en wordt het gedachtegoed van de yangisten kort getypeerd. Graham acht deze typering als minder bevooroordeeld dan de Mencius 3 De typering is de volgende::

- 全性 Quanxing - Keeping your nature intact - je natuur intact houden
- 保真 Baozhen - Protecting your authenticity / genuineness - je integriteit / waarachtigheid beschermen
- 不以物累形 Buyiwuleixing - Not allowing things to entangle your form / not letting the body be tied by other things - je niet verstrikken in externe zaken.

In plaats van egoïstisch, kan de filosofie van yangisten beter aangeduid worden als 'zorg voor zichzelf'. [nog uitwerken]

Angus Graham stelt dat de hoofdstukken 28-31 van de Zhuangzi toegerekend kunnen worden aan de yangisten (zie notitie teksthistorie). Dat geldt ook voor enkele paragrafen uit de Lüshi Chunqiu 4
Graham gebruikt deze hoofdstukken om de drie doctrines uit de Huainanzi te illustreren (Graham 1989 Disputers of the Tao p56-64). We volgen hieronder zijn opzet.

je natuur intact houden

Met deze doctrine wordt het concept van de menselijke natuur (xing) in de Chinese filosofie geïntroduceerd.
Voor de yangisten is xing primair de capaciteit die het mogelijk maakt, je de door de Hemel gegeven levensspanne ook (voluit) te kunnen leven. 4a Die capaciteit kan verwond raken door uitbundigheid (excess) of door beschadiging van buitenaf.

In de Lüshi lezen we, vrij vertaald, het volgende:

Het is de natuur* van water om helder te zijn. Modder zal het water troebel maken. Het is de natuur* van de mens een lang leven te leven (to live out his term, Graham).** Materiële zaken richten schade aan, waardoor hij geen lang leven kan leiden. Materiële zaken zouden onze natuur moet voeden (to nourish one's nature, Graham) in plaats van andersom. Tegenwoordig koesteren veel misleide mensen materiële zaken ten koste van hun eigen leven(sduur). Hiermee verwarren ze het onbeduidende met dat wat belangrijk is. (1 / 2.2)
(...)
Dit verklaart waarom de wijzen alleen die soorten muziek, kleur en voedsel kozen die het leven ten goede kwamen, en dat ze die schadelijk zijn voor het leven, verwierpen. Om deze redenen kozen de wijzen die geluiden, kleuren en smaken die onze aard ten goede zouden komen, en ze verwierpen wat hen zou kunnen schaden. Dit is de Dao die onze natuur intact houdt. (1 / 2.3)

De gezondheid schaden door overmaat of het leven riskeren door bezittingen te vergaren, is vergeten dat dingen slechts middelen zijn voor het leven dat de Hemel in ons doet ontstaan. Iemands bezittingen zijn vervangbaar, iemands leven is dat niet.(Graham p57).

Dit thema vinden we op tal van plaatsen terug in de Zhuangzi. Bijvoorbeeld hst 8:

...sinds de drie dynastieën is er niemand op aarde wiens aard niet om de een of andere zaak veranderd is. Kleine lieden worden het slachtoffer van hun winstbejag, lieden van stand van hun goede naam, edellieden ter wille van hun familie, en de Wijze maakt zichzelf tot slachtoffer voor het welzijn van de wereld. Hoewel al deze mensen niet hetzelfde nastreven en ook niet dezelfde reputatie genieten, schaden ze toch allemaal op dezelfde manier hun ingeboren aard* door zich op te offeren. (Schipper p 138)

Je natuur intact houden vinden we ook terug in hoofdstuk 3 van de Zhuangzi:
"Als je maar vermijdt met het goede te doen vermaardheid te verwerven, en eveneens, met het kwade te doen straf op te lopen, en als je maar steeds de regulerende meridiaan als richtlijn neemt, dan kun je je gezondheid beschermen, je eigen natuur intact houden,*** datgene wat je het dierbaarst is voeden, en de jaren die je gegeven zijn ten einde leven."(Schipper p 72)

* 性 xing
** 性壽 xing shòu,
*** 全生 quán shēng

We werken de begrippen xing en sheng in de Zhuangzi verder uit in een aparte notitie (in voorbereiding).

je integriteit* of waarachtigheid beschermen

In hoofdstuk 31 van de Zhuangzi krijgt Confucius onderwijs van de oude visser die hem uitlegt wat waarachtigheid is.

‘Waarachtigheid is de allerhoogste vorm van zuivere gerechtigheid. Zonder zuiverheid, zonder gerechtigheid, kan men de anderen niet beïnvloeden. Daarom zal onnatuurlijk huilen als rouwbetoon geen werkelijk medeleven opwekken, geforceerde verontwaardiging om strengheid te tonen geen indruk maken, gekunstelde genegenheid, ook al wordt er nog zo gelachen, geen werkelijke band scheppen" (Schipper, zie de paragraaf bronteksten hierboven)

De zaken waar Confucius zich mee bezighoudt zoals de etiquette, de observatie van dingen, medemenselijkheid en gerechtigheid worden door de oude visser als zaken die schadelijk zijn. Hij adviseert Confucius: "Je zou je van deze boeien kunnen bevrijden door ijverig jezelf te cultiveren, voorzichtig te bewaren wat waarachtig is en alle uiterlijke dingen aan anderen over te laten. Maar nu, zonder jezelf te cultiveren, ben je van de anderen afhankelijk! Ben je er dan niet ver naast?’"

"Riten behoren tot de zeden van de wereld, maar de waarachtigheid is iets dat ons door de hemel geschonken wordt. Het is zoals het is, en kan niet veranderd worden. Daarom neemt de heilige mens de hemel als voorbeeld, en prijst hij de waarachtigheid. Hij laat zich niet door de zeden belemmeren. De domme mensen doen juist het tegenovergestelde. Ze zijn niet in staat het voorbeeld van de hemel te volgen, maar maken zich alleen zorgen over wat anderen wel vinden." (Schipper p 404)

* 真 zhen [chen] - zie ook notitie zhenren (in voorbereiding)

je niet hechten aan externe zaken

Het extreme voorbeeld van zichzelf in gevaar brengen door betrokkenheid bij iets anders is het bezit van een staat of het rijk zelf. Een yangist kan het veilig achten om een troon te aanvaarden (in de praktijk zou het natuurlijk een ambt, zoals dat van minister zijn), maar kan het ook verwerpen om te voorkomen dat hij zijn eigen leven of dat van andere mensen in gevaar brengt. Zijn principe dat het leven belangrijker is dan enig bezit, brengt hem ertoe het leven van de mensen boven de voordelen van het bezit van de staat te stellen. Graham noemt als voorbeeld koning Dan, de vorst van Bin die zijn troon opgaf om daarmee een onnodig bloedvergieten te voorkomen. Het verhaal is hierboven (paragraaf brontekst) te lezen.

Een ander voorbeeld zien we in hst 28-I van de Zhuangzi waarin Yao het rijk wil afstaan aan vadertje Zhi van Zizhou, maar die weigert omdat hij een verdrietige ziekte heeft opgelopen. "Ik ga nu net met de genezing aan de gang, en heb dus vooreerst geen tijd om me met het rijk te bemoeien". De eigen gezondheid gaat hier duidelijk voor.

Het weigeren van een ambt of geschenken is overigens niet zonder gevaar. In hoofdstuk 28-1 van de Zhuangzi weigerde Shanjuan de troon (of ambt) en vertrok diep in de bergen. Shihu vertrok na het verzoek naar de eilanden van de onsterfelijken. In hoofdstuk 28-XIV weigert Bian Sui de troon waarop hij zich in de wateren van Chou wierp en verdronk. Wu Guang die ook weigert, nam een steen in zijn armen en verdronk in de wateren van de Lushui.

Yang Zhu in de Liezi

Hoofdstuk 7 van de Liezi heeft de titel Yang Zhu en bevat verhalen over Yang Zhu en uitspraken van hem.
Het boek Liezi stamt uit de 3e eeuw na Chr. maar heeft verschillende tekstlagen. Dat geldt ook voor hoofdstuk 7. Het heeft een wat jongere tekstlaag waarin Yang Zhu als levensgenieter / hedonist figureert en een tekstlaag die van veel oudere datum is en die dicht bij de filosofie van de historische Yang Zhu staat (Graham 1960 p135-137). Graham wijst vijf paragrafen aan. In de vertaling van Jan de Meyer zijn dat de paragrafen 11, 12, 14, 16 en 18. Jan de Meyer komt tot een iets ander indeling. Hij ziet paragraaf 6 ook als behorend tot de historische Yang Zhu en plaatst hoofdstuk 18 tussen de historische Yang Zhu en Yang Zhu de levensgenieter in.

In de paragrafen 11 en 12 komt het thema uit de Mencius (zie hierboven) van 'een haar uittrekken' weer terug. In de volgens Graham correcte versie kunnen we in paragraaf 11 lezen dat Bocheng Zigao nog geen donshaartje zou hebben aangewend om profijt te halen uit andere wezens (Graham: Bochen Zigao would not accept any external benefit at the cost of one hair).5

In de daarop volgende paragraaf 12 wordt de vraag opgeworpen: Stel dat je de hele wereld zou kunnen helpen door je te ontdoen van één enkel haartje op je lichaam, zou u het doen?
Het antwoord van Yang Zhu is dat de wereld niet geholpen kan worden door één enkel haartje.6 In de daarop volgende dialoog tussen Qin Guli, een belangrijke discipel van Mozi, en Mengsun Yang een volgeling van Yang Zhu, wordt die uitspraak toegelicht 7 .

De Yangist vraagt aan de mohist of hij voor tienduizend goudstukken zich wil laten verwonden (vlees en huid). De mohist antwoord bevestigend. Daarna volgt de vraag of hij een ledemaat over heeft voor het verkrijgen van een heel land. Voor de mohist is hier de grens bereikt en zwijgt.
De yangist geeft vervolgens aan dat een haar weliswaar nietig is, maar uitendelijk even belangrijk als een ledemaat. 'Een enkel haartje is nu eenmaal een van de tienduizend onderdelen van het lichtaam; waarom het dan geringschatten?'

De dialoog is het enig overgeleverde voorbeeld van een dispuut tussen een yangist en mohist.
Het type redenering in de dialoog is kenmerkend voor zowel yangisten als mohisten, aldus Graham. Hij noemt dat 'arguments about the balancing of relative advantages', het afwegen van relatieve voordelen.

In een van de yangist hoofdstukken van de Zhuangzi (hst 28-IV) vinden we een verhaal dat vergelijkbaar is met bovenstaande dialoog uit de Liezi. Hierin gaat Meester Zihua, een wijze man uit Wei, op bezoek bij de markies, die in oorlog is over een stuk grond en daar bedroefd over is. Zihua vraagt hem of hij het ervoor over heeft een hand te verliezen om de regering over het gehele rijk te verkrijgen. De markies zegt nee. " 'Uitmuntend!' zei Meester Zihua. 'Zo zie je dat twee handen voor u belangrijker zijn dan het rijk te bezitten. En uw hele lichaam is natuurlijk nog belangrijker' ". Daarna trekt hij de redenering door naar het probleem van de markies, namelijk zijn zorgen over het stuk grond dat hij niet in bezit kan krijgen. Hij stelt dat zijn gezondheid belangrijker is dan de strijd over een stuk grond. (zie voor de tekst hierboven bij de brontekst).

Graham vat samen: Voor Yang Zhu is iemands leven - zijn zelf, lichaam- altijd belangrijker dan het bezit van externe dingen. Men moet nooit een deel van zichzelf opofferen, zelfs een haar, ter wille van welk uiterlijk bezit, zelfs het rijk, dan ook. Hij ontkent niet dat men anderen moet helpen, en dat men bezittingen moet opofferen om dat te doen. Maar hij impliceert wel dat men niet moet bijdragen aan de regering van het rijk als dat ten koste zou gaan van of de minst of geringste schade of risico oplevert voor iemands persoon. Voor confucianisten en mohisten is dit de essentie van egoïsme. (Graham 1959 p23)

Yangisten en mohisten

Yang Zhu en Mozi of de yangisten en mohisten worden vaak in een adem genoemd. We zagen dat al bij Mencius. In de zhuangzi komen we het koppel yangisten en mohisten ook tegen 8.
Hierboven zagen we al dat beide een vergelijkbare vorm van redeneren / disputeren kennen. (Graham: arguments about the balancing of relative advantages).

Ze hebben ook een vergelijkbare inhoudelijk perspectief, ook al worden die diametraal uitgewerkt.
De mohisten plaatsten het woord 利 li - benefit, voordeel - op de agenda. Waar het om gaat bij het besturen van het rijk is bijdrage die iemand levert aan welvaart, veiligheid en orde en niet het goede uiterlijk, de fijne manieren, aristocratische connecties e.d. Het begrip li werd door de mohisten boven ren en yi geplaats, twee zaken die voor de Confucianisten van groot belang waren.

De yangisten pakten dit mohistische idee van li op maar hun vraag is niet "Hoe kunnen we het rijk ten goede komen?" maar “Wat is echt heilzaam voor de mens?, "meer specifiek" Wat is echt nuttig voor mijzelf? "is iets schadeijk of nuttig voor mijn welzijn / mijn natuur. (Graham 1989 p56) 9.

Defoort geeft in haar artikel uit 2004 aan dat de yangisten uiteindelijk li negatief benaderen. De verleidelijke aantrekkingskracht van voordeel / winst (benefit, profit) is al te vaak een gevaar voor iemands persoon en zal zijn leven schaden. Dat geldt zeker voor het verkrijgen van de troon of ministerschap. Daar kun je beter verre van blijven.

Zhuangzi neemt afstand. Zie o.a.:
- hst 2-V: 'Je weet dus niet wat goed of niet goed voor je is (利 - li)' zei Tandeloos. 'Wil dat zeggen dat zelfs de allerhoogst mens daar (利 - li) helemaal niets van weet?
'De Allerhoogste mens is goddelijk' zei Prinsenkind '(...) Leven en dood zijn voor hem geen enkele verandering. Laat staan principes over wat voor- of nadelig (利 - li) is!' (Legge: considerations of advantage and injury) (Schipper p67)
- hst 23-VIII: Hou op met de waanzin van je wil (...). Aanzien, rijkdom, beroemdheid, gezag, een goede naam en profijt (利 - li), die zes zijn de illusies van onze wil. (p309)

[verder uitwerken]

over egoisme

[nog uitwerken - Emerson: privaat/publiek; egoïsme als modern westers filosofisch begrip, niet passend in deze Chinese context]

Zhuangzi en Yang Zhu's denken

In de biografie van Zhuang Zhou portretteert Graham Zhuang Zhou als volgt: "His upbringing was probably Confucian, but he studied under a Yangist, and in due course became a qualified Yangist teacher with his own disciples." (zie notitie Zhuang Zhou).
De Zhuangzi laat zich overwegend negatief uit over de yangisten (zie hierboven bij de bronteksten). Tegelijk bevat de Zhuangzi vier hoofdstukken die aan de yangisten kunnen worden toegeschreven.
Ranie Villavier ziet in zijn proefschrift uit 2012 nog meer overeenkomsten tussen het denken van Zhuangzi en dat van Yang Zhu. Hij vergelijkt hiertoe de hoofdstukken uit de innerlijke geschriften met de belangrijkste begrippen van de yangisten.

[verder uitwerken]

Noten

1
Graham motiveert de identificatie van yangist-hoofdstukken in de Zhuangzi in zijn artikel: ‘How much of Chuang-tzu did Chuang—tzu write?’ 1979 journal of the American Academy of Religious 47/3. Herdruk in Studies in Chinese Philosophy and Philosophical Literature, Logic and Reality (1986) p 307-313)
Hij wijst de volgende hoofdstukken uit de Lüshi Chunqiu (Lü’s Spring and Autumn Annals) aan:
1/2 本生 Ben sheng - Taking Life as Basic
1/3 Zhong ji - Valuing the Self
2/2 Gui sheng Honoring Life
2/3 Qing yu - Emotions and Desires
21/4 Shen wei - Being Attentive to Aims
De volgende hoofdstukken uit de Zhaungzi rekent hij tot de Yangist hoofdstukken: hst 28-31
28 讓王 Rang Wang - Afstand doen van het koningschap
29 盜跖 Dao Zhi - Rover Voetpad
30 說劍 Shuo Jian - Over zwaarden
31 漁父 Yu Fu - De oude visser 

2
Arthur Waley zegt er het volgende over:

And because Yang Chu held that each individual should perfect himself spiritually and physically, rather than sacrifice himself to the supposed good of the community, Mencius says that the followers of Yang Chu 'abolish princehood' that is to say, do away with all governmental authority, and that Yang Chu and Mo Tzu both wish to reduce mankind to the level of wild beasts.

It may be true that animals spend their time perfecting themselves spiritually; it is certainly not true that
they practise universal love, as recommended by Mo Tzu. Then quite inconsequently, but apparently still
obsessed by the thought of wild beasts, Mencius declares that by 'obstructing goodness and duty, the
followers of Mo Tzu and Yang Chu are leading on wild beasts to devour men.' (Arthur Waley 1939 Three ways of thought in ancient China , p121)

3
Ranie Villaver merkt op dat Graham zijn stelling niet onderbouwd. Villaver levert vervolgens alsnog deze onderbouwing en komt tot de conclusie dat de Han geleerden die de Huainanzi samenstelden hoogst waarschijnlijk de opvattingen van Zhuang Zhu correct weergeven (Villaver 2012 p6).
Andere geleerden zoals Chris Fraser, denken daar weer anders over. Zie de blog van warp, weft and way (23 november 2009).
4
De hoofdstukken 1/2, 1/3, 2/2, 2/3, 21/4 van de Lüshi Chunqiu worden door Graham toegeschreven aan de yangisten. Knoblock geeft in een appendix bij zijn vertaling een overzicht van de herkomst van de paragrafen. Hij volgt hierbij Chen Qiyou. Die komt tot een andere indeling. De door Graham genoemde hoofdstukken worden toegeschreven aan de yin-yang school (hst 1/2, 1/3) en aan Meester Huazi, een loot van de yin-yang school (hst 2/2, 2/3 21/4) (Knoblock p 693). Carine Defoort geeft aan dat Graham hier Feng Youlan en Guan Feng volgt (Defoort 2004 p37n52).

Major schrijft in een voetnoot bij hst 2.7 van de Huainanzi: "Graham and some others regard the first two chapters of the Lüshi chunqiu as products of Yang Zhu’s followers but there is not universal agreement on this" (Major 2010 p93

4a
Livia Kohn: A strong wish for long life has remained an important feature of Chinese culture through the ages; down to the present day, early death has been regarded as one of the greatest disasters possible. It was considered a sacred duty to one's parents to live out one's given lifespan as unharmed as possible and to provide for a certain permanence by having male descendants who would to continue the ancestral sacrifices and thereby preserve the family's identity. (Kohn 1991 Taoist Mystical Philosophy, p15).

5
Carine Defoort onderzoekt in haar artikel The Profit That Does Not Profit uit 2008 het karakter 耕 li - benefit / voordeel brengen. In bepaalde contexten is dit karakter meerduidig. Zo ook in dit citaat:
“Bocheng Zigao would not li wu at the cost of one hair, he renounced his state and retired to plough the fields” Usually li wu - 利物 is translated here in the sense of “benefit everything/everyone,” but it could also be read in a more Yangist fashion as “benefit from everyone.” (Defoort 2008 p 178)
Jan de Meyer geeft in zijn vertaling beide mogelijkheden weer. Graham is wat stelliger en kiest voor de vertaling vanuit het perspectief van de yangisten. Die vertaling is ook consistenter in het licht van de gehele paragraaf.
6
Zie ook de vertaling van een fragment uit de Han Feizi hierboven (citaten uit de brontekst: han feizi): ...would not exchange one hair of his shank for a benefit as great as the Empire itself.
Graham maakt hier in zijn commentaar duidelijk dat deze zin gelezen moet worden als 'for a benefit as great as (ruling) the Empire', or perhaps 'for the greatest benefit in the Empire', certainly not 'for a great benefit to the Empire'. Deze interpretatie bepleit hij ook voor de passage in de Liezi.
7
Graham stelt dat deze dialoog uit een Mohistische bron afkomstig is. (Graham 1986 Studies etc p279)
In the Yang Chu chapter the dialogue between Yang Chu and Ch’in Ku-li comes directly or indirectly from a Mohist source, possibly through Shih-tzu, the surviving fragments of which have a large Mohist element. p272
8
Citaten in de Zhuangzi over yangisten:
- hst 8-I: Komt dat niet neer op met haarkloverijen nutteloze redeneringen voort te brengen? Dat was het geval met Yang Zhu en Mo Di.;
- hst 10-I: ...vergrendel de monden van Yang Zhu en Mo Di..;
- hst 12-XV: ...en dat terwijl filosofen als Yang Zhu en Mo Di trots rondlopen..;
- hst 24-V:...welke van de vier scholen, de confucianisten, de mohisten, de yangisten en de bingisten — en met uzelf [Hui zi], meester, erbij, zijn het er vijf — heeft nu uiteindelijk gelijk?
(zie verder de citaten bij de brontekst, hierboven)
It starts from the same calculations of benefit and harm as does Mohism, but its question is not “How shall we benefit the world?” but “What is truly beneficial to man?,” more specifically ‘What is truly beneficial to myself?’ Is it wealth and power, as the vulgar suppose? or the life and health of the body and the satisfaction of the sense? The Mohists cared only for the useful, the Yangists ask 'Useful fo what?'. (Graham 1989 p56

Opmerkingen bij de literatuurlijst

Zie ook
- Contemporary Chinese Thought , 2019, Vol. 50 Issue 3/4 themanummer over Yang Zhu, onder redactie van Wang Xiaowei en Carine Defoort.
- Fraser november 2009 http://warpweftandway.com/teaching-yang-zhu/#more-756
- Lewis 2006 The construction of space in early china, p14-20 (discovery of the body in the fourth century)

Literatuur

Hieronder kunt u een selectie maken van de verschillende publicatievormen en de taal. Ik beperk me tot vier taalgebieden (Nederlands, Engels, Frans en Duits). De meeste literatuur is overigens engelstalig. U kunt bij teksttype ook apart de vertalingen selecteren en U kunt desgewenst ook een specifieke auteur zoeken.

Boeken 1 tot 14 van de 14

Ames, Roger T. (1991). The Mencian Conception of Ren Xing: Does It Mean ‘Human Nature’?. In Henry Rosemont, Chinese Texts and Philosophical Contexts *.

Andreini, Attilio (2014). The Yang Mo ?? dualism and the rhetorical construction of heterodoxy. Asiatische Studien - Études Asiatiques, Vol. 68(4) p1115-1174 *.

Chang, Yao-cheng (2021). An Exceptional Portrait of Yang Zhu and Mozi: Beyond the Mencian Track. Azijske študije Asian Studies (AS), Vol. 9-1 *.

Defoort, Carine (2019). How Yang Zhu Became a Philosopher: A Selection of Yang Zhu Scholarship in the PRC. Contemporary Chinese Thought, Vol. 50 (3/4) *
Inleiding bij het Themanummer over Yang Zhu.

Meer informatie...

--- (2008). The Profit That Does Not Profit: Paradoxes with Li in Early Chinese Texts. Asia Major, Vol. 21 (1) , pag. 153-181. *.

--- (2004). Mohist and Yangist Blood in Confucian Flesh: The middle position of the Guodian text Tang Yu zhi Dao ????. Bulletin of the Museum of Far Eastern Antiquities, Vol. 76, pag. 44-70. *.

Emerson, John (1996). Yang Chu's Discovery of the Body. Philosophy East and West, Vol. 46-4, pag. 533-566. *.

Meer informatie...

Galvany, Albert (2009). Debates on mutilation: bodily preservation and ideology in early China. Asiatische Studien - Études Asiatiques, Vol. 64 (1), pag. 67-91. *.

Graham, Angus Charles (1989). Disputers of the Tao: Philosophical Argument in Ancient China. Open Court. *
ISBN10: 0812690885

Meer informatie...

--- (1986). The Background of the Mencian Theory of Human Nature. In Angus Charles Graham, Studies in Chinese Philosophy and Philosophical Literature *. SUNY Press
Oorspronkelijke uitgave 1967

Liu, Gusheng (2019). The Thought of Yang Zhu in the History of Laozi’s Thought: Along with a Discussion of the Authenticity of the Liezi. Contemporary Chinese Thought, Vol. 50 (3/4) , pag. 75-91. *
Samen met de Li, Haijie.

Meer informatie...

McLeod, Alexus (2014). Understanding Asian Philosophy: Ethics in the Analects, Zhuangzi, Dhammapada and the Bhagavad Gita. Bloomsbury Academic. *
ISBN13: 978-1780935737

Meer informatie...

Villaver, Ranie (2015). Does Guiji Mean Egoism?: Yang Zhu’s Conception of Self. Asian Philosophy, Vol. 25 (2), pag. 216-223. *.

--- (2012). Zhuangzi’s scepticism in light of Yangist ideas. *

Boeken 1 tot 14 van de 14